Waar u op moet letten bij het maken van opnamen
■ Als u de sluiterknop tot halverwege indrukt
Druk lichtjes op de sluiterknop om de scherpte-instelling en de batterijlading voor de flitser te
bevestigen. Druk op de sluiterknop helemaal in om de opname te maken.
[ Lichtjes op de sluiterknop drukken ]
■ De beschikbare opnametijd kan variëren, afhankelijk van opnamecondities en camera-
instellingen.
■ Als de flitser is uitgeschakeld of de modus Slow synchro (Langzame synchronisatie) is
ingeschakeld bij weinig licht, wordt mogelijk de waarschuwingsindicator voor het trillen van de
camera (
) weergegeven op het LCD-scherm. In dat geval kunt u een statief gebruiken,
de camera op een stabiel oppervlak plaatsen of de flitser inschakelen.
■ Opname met tegenlichtcorrectie : Wanneer u buitenshuis opnames maakt, kunt u beter niet
■ Zorg dat de lens of de flitser niet worden geblokkeerd tijdens het nemen van een foto.
■ Onder bepaalde omstandigheden bestaat de kans dat het systeem voor scherpteregeling niet
werkt zoals verwacht.
- Bij het fotograferen van een onderwerp met weinig contrast.
- Als het onderwerp sterk reflecteert of glanst.
- Als het onderwerp met hoge snelheid beweegt.
- Als er sprake is sterke lichtweerkaatsing of als de achtergrond helverlicht is.
- Bij een onderwerp met alleen horizontale lijnen of een heel smal onderwerp
(zoals een stok of een vlaggenmast).
- Als de omgeving donker is.
[26]
tegen de zon in fotograferen omdat de foto anders te
donker kan zijn vanwege het tegenlicht.
Als u een opname wilt maken tegen de zon in, gebruikt u de
instelling [TEGNLICHT] in de scènemodus (zie pagina 24),
steunflits (zie pagina 33), spotmeting (zie pagina 54),
of belichtingscorrectie (zie pagina 47).
[ De sluiterknop indrukken ]