3. De lift doen dalen
•
Hijs de lift omhoog om los te maken uit de vergrendeling
•
Doe de veiligheden los door de veiligheidshendel in te drukken
•
Zorg ervoor dat materiaalwagens, stuttingsstanden en personeel weg zijn vanonder
het voertuig
•
Doe het voertuig dalen door de daalhendel te activeren op de power unit.
•
Vooraleer je het voertuig van de lift haalt, moet je de liftarmen en supports
positioneren om een vrije doorgang te bekomen
•
Rijd nooit over de lift armen
4. Aanbevolen maandelijks onderhoud
•
Controleer alle armvergrendelingen op hun werking
•
Controleer alle kabelverbindingen, bouten en pinnen op hun juiste montage en
koppeling
•
Doe een visuele inspectie van de veiligheidsvergrendelingen
•
Smeer alle posten met vet
•
Inspecteer alle ankerbouten en draai ze vast indien nodig
•
Inspecteer alle pivotarmpinnen op veiligheid
•
Controleer de kabelspanning en pas aan indien nodig
•
Controleer de microswitch, indien deze aanwezig is
•
Als de ankerbouten los zijn of er is een onderdeel van de lift kapot, mag je de lift NOOIT
gebruiken
•
Gebruik de lift nooit als er iemand onder het voertuig is
•
Overschrijd nooit de aangeduide capaciteit van de lift
•
Zorg ervoor dat de veiligheidsvergrendelingen steeds correct zijn aangebracht voor je begint
te werken aan het voertuig.
•
Verlaat de lift nooit in opgeheven positie tenzij de veiligheidsvergrendelingen aan zijn.
•
Zorg ervoor dat de elektrische motor niet nat wordt! Motorschade veroorzaakt door vocht,
valt niet onder de garantie.
Lift geen enkel voertuig op een andere manier dan met alle vier de armen. De
capaciteit van elke arm is niet groter dan 1/4
e
van de volledige capaciteit.
11