7.3 Inleren - Voorwaarden en uitgangspunten
De volgende voorwaarden en uitgangspunten zijn van toepassing voor de inleerprocedure.
Inleren
De inleervolgorde is altijd van eindstand B
(OPEN) naar eindstand A (CLOSE).
Inleervolgorde
Het stuursignaal van B (OPEN) naar A (CLOSE)
mag oplopen van 0 naar 10 V of aflopen van 10
naar 0 V.
Het minimum stuursignaalverschil tussen de
Stuursignaal
eindstanden is 2 V.
Om de noodpositie C in te stellen is een
minimum stuursignaal van 1 V vereist.
Noodpositie
Noodpositie C moet ingesteld worden tussen de
eindstanden B (OPEN) en A (CLOSE) of op een
eindstand.
Stuursignaal van Automatische Besturing (ACS) en noodpositie
De volgende tabel geeft informatie over stuursignalen van automatische besturingen (ACS) in relatie
tot de noodpositie.
Stuursignaal
Omschrijving
• Aansturing met een 0-10 V stuursignaal.
0-10 V
• Eindstanden komen overeen met 0 V en 10 V.
• Geen stuursignaal wordt niet gedetecteerd.
• Aansturing met een 1-10 V stuursignaal.
1-10 V
• Eindstanden komen overeen met 1 V en 10 V.
• Geen stuursignaal wordt gedetecteerd.
Een stuursignaalverschil groter dan 2 V DC wordt aanbevolen voor
een meer nauwkeurige aansturing.
Indien er geen stuursignaal is beweegt de RAL besturingseenheid het
systeem naar een ingestelde noodpositie.
Ridder Drive Systems B.V.
T +31 (0)341 416 854 - F +31 (0)341 416 611 - I ridder.com
22
Noodpositie
Niet mogelijk
Mogelijk