INSTALLATIE BUITENDEURPANEEL
c
onfiguratie buitendeurpaneel.
Het deurpaneel is uitgevoerd met een microswitch
(SW1)en een jumper (JP1) aan de achterzijde; De
functies staan hieronder beschreven.
JP1
Hiermee kan een alternatieve deuropener
aansloten worden; zie pagina 33 voor het
installatie schema.
Hiermee kan een deuropener direct
aangesloten worden, let wel max. 12v DC 300mA; zie
pagina 33 voor het installatie schema.
SW1
Om de zelfoproep in te schakelen zet u de switch 1 op AAN. In
gebouwen met meerdere deurpaneel, zet deze op AAN bij één
paneel. In systemen met een algemeen deurpaneel en een
deurpaneel bij elke woning, kan men de zelfoproep op AAN zetten
bij elke woning en op UIT bij het hoofdpaneel.
Zet op AAN voor het programmeren van monitoren en telefoons.
Zodra de programmering voltooid is zet dan de schakelaar weer op
UIT. Pagina 13-14 beschrijft de programmering van Tekna-S Plus-
monitoren ; pagina 23 de programmering van de T540 Plus SE-
telefoons beschrijft.
Zet switch 3 op UIT als dit een hoofd paneel is. Elk systeem moet
uitgerust zijn met een hoofdpaneel; alle andere panelen dienen als
Slave (AAN te worden ingesteld). In systemen met een algemeen
belpaneel, dient een belpaneel van elke woning te worden
geconfigureerd als hoofd.
Zet switch 4 op UIT als het deurpaneel met een camera is
uitgevoerd. Zet switch 4 op AAN als er geen camera in zit of geen
monitor aanwezig is.
Bij een algemeen deurpaneel, zet de switch 5 op AAN om het
paneel in programmeerstand te zetten; aan het eind van de
programmering, zet de Sw5 weer op UIT.
Zie pagina 28 voor uitleg hoe te programmeren.
Hiermee schakelt u de communicatie weerstand in. Voor een
goede werking dient deze weerstand geactiveerd te worden in het
deurpaneel welke het dichtst bij de installatie of alleen bij het
algemene deurpaneel (als deze aanwezig is). Als er een RD-
Plus/Uno is geplaatst in de installatie moet deze worden uitgezet in
de panelen die er achter zitten.
5
*Fabrieksinstelling