Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Omvormer Op Het Openbare Stroomnet Aansluiten - SOLIS 125K-EHV-5G Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

3. Installatie
3.4.2.1
Let op: gevaar hoogspanning gelijkstroomsaansluiting
LET OP
KANS OP ELEKTRISCHE SCHOKKEN
Raak een onder spanning staande gelijkstroomgeleider niet aan. Bij blootstelling aan licht staan er hoge
spanningen op de fotovoltaïsche panelen, met levensgevaar als gevolg van elektrische schokken door aanraking
van een gelijkstroomgeleider!
Sluit de gelijkstroomkabels van de fotovoltaïsche module naar de omvormer alleen aan zoals beschreven in deze
handleiding.
LET OP
MOGELIJKE SCHADE AAN DE OMVORMER DOOR OVERSPANNING
De ingangsspanning voor gelijkstroom van de fotovoltaïsche modules mag het maximale vermogen van de
omvormer niet overschrijden. (zie paragraaf 9 "Specificaties")
Controleer de polariteit en de nullastspanning van de fotovoltaïsche strings voordat u de gelijkstroomkabels op
de omvormer aansluit.
Controleer de juiste stringlengte en het juiste spanningsbereik voordat u de gelijkstroomkabel op de omvormer
aansluit.
3.4.2.2
Aanbevolen zekeringsgedeelte voor elk kanaal of elke verbinding
Elke gelijkstroomstring moet rechtstreeks op de omvormer worden aangesloten.
Afbeelding 3.24 Zekeringhouders
Bij de dimensionering van de stringzekeringen moet rekening worden gehouden met de volgende twee
voorwaarden:
1). De nominale stroomsterkte van de geselecteerde zekering mag de maximale zekeringwaarde van de
fotovoltaïsche panelen niet overschrijden. Raadpleeg de toepasselijke specificaties voor deze
waarde.
2). De waarde van de zekering wordt bepaald op basis van de stringstroom van het fotovoltaïsche paneel en
op basis van de maatrichtlijnen van de fabrikant van het paneel of de lokale elektrische code. Bovendien
mag de maximale zekeringcapaciteit de maximale ingangsstroom van de omvormer niet overschrijden.
.22.
3.4.3
Sluit de fotovoltaïsche zijde van de omvormer aan
WAARSCHUWING
Tussen de omvormer en het net moet een overstroombeveiligingsapparaat worden
gebruikt.
1). Sluit de drie (3) wisselstroomgeleiders aan op de drie (3) wisselstroomaansluitingen gemarkeerd met "L1",
"L2" en "L3".Raadpleeg de tabellen met lokale codes en spanningsval om de juiste draaddikte en het
juiste type te bepalen.
2). Sluit de aardgeleider aan op de klem gemarkeerd met "PE" (veiligheidsaarde, de aardklem).
Overstroombeveiligingsapparaat (OCPD) voor de wisselstroomzijde
Om de wisselstroomaansluitingslijn van de omvormer te beschermen, raden we aan een apparaat te installeren
ter beveiliging tegen overstroom en lekkage, met de volgende kenmerken vermeld in Tabel 3.2:
OPMERKING
Gebruik AL-CU overdrachtsklemmen (bi-metaal) of anti-oxidantvet met aluminium
kabels en klemmen.
Nominale
Omvormer
spanning (V)
Solis-125K-EHV-5G
600
Tabel 3.2 Beoordeling van net-OCPD
3.4.3.1

Omvormer op het openbare stroomnet aansluiten

Alle elektrische installaties moeten worden uitgevoerd in overeenstemming met de lokale normen en de National
Electrical Code® ANSI/NFPA 70 van de Canadian Electrical Code® CSA C22.1.
De wisselstroom- en gelijkstroomschakelsystemen zijn geïsoleerd van de behuizing. Indien vereist door sectie
250 van de National Electrical Code®, ANSI/NFPA 70, is de installateur verantwoordelijk voor het aarden van
het systeem.
De netspanning moet binnen het toegestane bereik liggen. Het exacte werkingsbereik van de omvormer
wordt gespecificeerd in paragraaf 9 "Specificaties".
3.Installatie
Nominale
Stroom voor
uitgangsstroom (A)
beveiligingsapparaat (A)
120
150
.23.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave