SATEL
9. Sluit de bekabeling aan op de corresponderende klemmen (zie: "De draden van de
detectielijn aansluiten" en "De WZ-110 nevenindicator aansluiten").
2.3 De draden van de detectielijn aansluiten
Koppel altijd de voeding los voordat u enige elektrische aansluitingen maakt.
De methode voor het aansluiten van de draden van de detectielijn op de sokkel wordt
weergegeven in afb. 5 (detectielijn van de conventionele brandmeldcentrale – informatie over
het aansluiten van de sokkel op de MLB-400-module vindt u in de modulehandleiding).
1. Sluit de draden van de brandmeldcentrale/het vorige apparaat aan op de klemmen
3 (+IN) en 1 (-).
2. Op klemmen 4 (+OUT) en 1 (-) sluit u de draden aan op een andere sokkel. Als dit de
laatste sokkel in de lijn is, sluit u de weerstand van 5,6 kOhm aan op de aansluitingen
1 (-) en 4 (+OUT).
3. Sluit de kabelafschermingen aan op de klemmen 5 (
DB-100
).
3