BELANGRIJK Het apparaat dient door gekwalificeerd personeel geïnstalleerd te worden. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u begint met installeren, om fouten te voorkomen die kunnen leiden tot het niet functioneren dan wel schade aan de apparatuur veroorzaakt. Koppel altijd de voeding los voordat u enige elektrische aansluitingen maakt. Wijzigingen, modificaties of reparaties welke uitgevoerd worden door een niet geautoriseerd persoon door de fabrikant, zal het recht op garantie doen vervallen.
De DB-100 sokkel wordt gebruikt om de volgende detectoren van SATEL aan te sluiten: • DMP-100 – conventionele multisensor rook- en warmtedetector, • DRP-100 – conventionele optische rookmelder, • DCP-100 – conventionele thermo maximaal / thermo differentiaal detector. Naar de detectielijn van de conventionele brandmeldcentrale CSP-104/ CSP-108/ CSP-204/ CSP-208.
DB-100 SATEL 2.1 Installatie direct aan het plafond Naast klem 2 staat het symbool. Dit is waar de led indicator zich bevindt wanneer de detector op de sokkel wordt geïnstalleerd. De detector dient zo te worden geïnstalleerd dat de led indicator zichtbaar is. De optische signalering van de led maakt het eenvoudiger om de detector te lokaliseren.
SATEL DB-100 9. Sluit de bekabeling aan op de corresponderende klemmen (zie: “De draden van de detectielijn aansluiten” en “De WZ-110 nevenindicator aansluiten”). 2.3 De draden van de detectielijn aansluiten Koppel altijd de voeding los voordat u enige elektrische aansluitingen maakt.
DB-100 SATEL 2.4 De WZ-110 nevenindicator aansluiten Als de nevenindicator WZ-110 dient te worden aangesloten op de sokkel (detector), sluit u de indicatordraden aan op de klemmen 2 (-WZ) en 3 (+IN) of 4 (+OUT), zoals weergegeven in afb. 6.