5 Inbedrijfstelling
5.14 Aanpassing van de analoge uitgangsstroom
NL-59
Alleen voor PR 5211/00 en PR 5211/10.
De analoge uitgangsstroom wordt aan de ontvangstzijde meestal via een weerstand
geleid, als spanning gemeten en vervolgens gedigitaliseerd. De fouten die bij deze
overdrachtsketen optreden, kunnen in het apparaat worden hersteld.
Via dit menu kunnen de punten voor 4 en 20 mA individueel worden aangepast, zodat ze
aan de ontvangstzijde weer precies kloppen.
De aanpassing wordt in stappen uitgevoerd:
1.
Op [Anpassung starten] (Aanpassing starten) klikken.
De analoge uitgang geeft 4 mA af.
2. Deze stroom aan de ontvangstzijde meten en de waarde van de gemeten stroom
invoeren, bijv. 4,002 mA.
3. Op [Nächster Schritt] (Volgende stap) klikken.
De analoge uitgang geeft 20 mA af.
4. Deze stroom aan de ontvangstzijde meten en de waarde van de gemeten stroom
invoeren, bijv. 20,003 mA.
5. Op [Nächster Schritt] (Volgende stap) klikken.
De stroom aan de ontvangstzijde is nu naar 4.000 mA en 20.000 mA
gecorrigeerd.
Met [Anpassung zurücksetzen] (Aanpassing resetten) kunt u de waarden op
[4.000] en [20.000] terugzetten.
Transmitterserie PR 5211
Minebea Intec