Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Flymo L470 Belangrijke Informatie pagina 7

Inhoudsopgave

Advertenties

8. Grasmaaien op hellingen en taluds kan gevaarlijk
zijn. Niet maaien op taluds of steile hellingen.
9. Loop niet achteruit met de grasmaaier, omdat u dan
zou kunnen struikelen. Altijd lopen, nooit rennen.
10. Maai het gras nooit door de maaimachine naar u toe
te trekken.
11. Voordat de maaimachine over oppervlakken zonder
gras wordt geduwd en wanneer de machine naar en
van het te maaien terrein wordt vervoerd, dient de
motor te worden uitgeschakeld door de Operator
Presence Control (ofwel de OPC) uit te schakelen.
12. De machine mag niet worden gebruikt als de
beschermplaten beschadigd of afwezig zijn.
13. De motor mag niet te hard lopen en de instellingen
van de toerenregelaar mogen niet worden
gemodificeerd. Te hard rijden is gevaarlijk en verkort
de levensduur van de maaimachine.
14. De grasmaaier dient altijd voorzichtig te worden
gestart, waarbij u er vooral op let dat uw voeten uit
de buurt van de snijbladen blijven.
15. De grasmaaier niet kantelen bij het starten, behalve als de
grasmaaier gekanteld moet worden bij het starten. In dit
geval niet meer kantelen dan absoluut noodzakelijk is en
alleen het gedeelte dat van de gebruiker af wijst oplichten.
Altijd zorgen dat beide handen in de gebruikspositie zijn
voordat het apparaat weer op de grond wordt gezet.
16. De maaimachine mag niet worden opgetild of
gedragen met lopende motor.
17. De bougiekabel kan heet worden - wees voorzichtig.
18. Voer nooit onderhoud uit aan de machine als de
motor heet is.
19. Laat de OPC los om de motor te stoppen en wacht
tot het mes helemaal stilstaat:
-
als u de machine enige tijd onbeheerd wilt achterlaten.
Instructies voor het mengen van de brandstof
1. Zorg dat mengfles en dop schoon zijn en op een
plat oppervlak staan.
2. Giet verse normale loodvrije benzine in de fles tot de
1 liter streep op de fles bereikt is.
3. Giet tweetakt olie van goede kwaliteit in de fles tot
Montage van de onderste hendel aan de gazonmaaier
1. De haak (A2) die aan de onderste hendel (A1) zit
halverwege door de middelste opening van de geleide
(A3) doen, in de door de pijl aangegeven richting (A4).
2. Met de haak (A2) in de middelste opening van de
geleide (A3) de onderste hendel (A1) een kwart slag
90° met de klok mee draaien, om de beide uiteinden
van de onderste hendel tussen de steunhaken van
de kap (A5) te plaatsen.
3. De pennen (B1) aanbrengen en met de clips (B2)
vastzetten.
De bovenste hendel aan de onderste hendel monteren
Alvorens de bovenste hendel aan de onderste hendel te
monteren moet u ervoor zorgen dat de onderste hendel stabiel
is door de haak (D1) in de 'parkeerstand' (D2) te zetten.
NEDERLANDS - 2
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Assembly and Adjustment
20. Zet de regeling voor aanwezigheid
van gebruiker in zijn vrij om de
machine te stoppen, wacht totdat
het mes is uitgedraaid, koppel de
kabel van de bougie los en wacht
totdat de motor is afgekoeld.
-
voordat u de benzinetank bijvult;
-
voordat u een verstopping verwijdert;
-
voordat u controles, reiniging of onderhoud uitvoert
aan het apparaat;
-
als u een vreemd voorwerp raakt. Gebruik de
machine niet totdat u zeker bent dat de hele
grasmaaimachine veilig is voor gebruik;
-
als de maaimachine abnormaal trilt. U dient dit
onmiddellijk te controleren. Te grote trillingen kan
letsel veroorzaken.
Onderhoud en opslag
1. Zorg, dat alle moeren, bouten en schroeven goed
zijn aangedraaid zodat de maaier altijd veilig kan
worden gebruikt.
2. Vervang versleten of beschadigde onderdelen
onmiddellijk.
3. Gebruik voor vervanging uitsluitend originele, voor
deze machine bestemde snijbladen, bladbouten,
vulplaatjes en rotorbladen.
4. Zet de maaier nooit in een ruimte/gebouw waar
benzinedampen in aanraking kunnen komen met open
vuur of vonken als er nog benzine in de tank zit.
5. Laat de motor altijd eerst afkoelen voordat de machine
wordt opgeborgen in een afgesloten ruimte.
6. Om brandgevaar te vermijden, dienen de motor,
geluiddemper, accubak en de brandstoftank vrij te
zijn van gras, bladeren of overmatig veel vet.
7. Als de benzinetank moet worden geleegd, dient dit
buiten te gebeuren.
8. Wees voorzichtig bij het afstellen van de machine dat
uw vingers niet bekneld raken tussen bewegende
snijbladen en vaste onderdelen van de grasmaaier.
op de 25:1 streep (40 ml olie) op de fles.
4. Schroef de dop vast, schud de fles totdat olie en
benzine goed vermengd zijn.
5. Reinig de dop voor de benzinetank en vul benzinetank.
1. Zorg ervoor dat de bedieningshendel voor de choke
aan de rechterkant is, van de achterkant gezien.
2. Breng de onderste en bovenste hendel in lijn (zie
afbeelding C). Monteer de bouten (C1), sluitringen
(C2) en borg deze met de hendelknoppen (C3).
3. Bevestig de kabels met de meegeleverde
kabelklemmen aan de handgrepen en zorg dat de
kabels niet klem komen te zitten tussen de bovenste en
de onderste handgreep.
Stand van de hendels
De stand van de hendels kan met de geleide en haak
versteld worden. Voor het verstellen van de stand:
1. Haak (D1) oplichten.
2. Op de gewenste stand zetten:
(D2) - Parkeerstand,
(D3) - Maaistand.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave