Inhoudsopgave
Advertenties
S Vijl
alleen
met
een
beweging; maak 2 of 3 vijlbewegingen
per snijrand.
S Houd alle beitels op dezelfde lengte
tijdens het vijlen.
S Vijl voldoende van de beitels af om
schade aan de snijranden te verwijderen
(zijplaat en bovenplaat van de beitel).
Beschadigingen
Alle beitels
zelfde lengte
Bovenplaat
S Vijl de ketting zodat deze voldoet aan
de weergegeven specificaties.
80˚
30˚
Hoek
Juist
Te scherpe hoek
Onjuist
WAARSCHUWING
correcte hoek overeenkomstig de specificaties
van de fabrikant voor de ketting die u gebruikt.
Een onjuiste hoek vergroot de kans op terugs-
lag, dat in ernstig letsel kan resulteren.
4. Controleer de onderste dieptemeting.
Dieptemeter
S Plaats de meter op de beitel.
S Als de dieptemeting groter is dan de
dieptemeter, vijl de beitels dan af tot de
bovenkant van de dieptemeter.
S Houd de hoeken aan de voorkant
van de dieptemeting rond met een
OPMERKING:
platte vijl.
kant van de dieptemeting moet vlak te
zijn en de voorkant moet met een platte
vijl zijn afgerond.
Als u meer hulp nodig heeft of niet zeker bent
over de uitvoering van deze procedure, neem
dan contact op met een geautoriseerde servi-
cedealer.
CARBURATOR AFSTELLEN
voorwaartse
WAARSCHUWING
en op een afstand wanneer bijstellingen aan de
stationair lopen- -snelheid worden gemaakt. Tij-
dens het grootste deel van deze procedure zal
de ketting in beweging zijn. Draag uw bescher-
mende uitrusting en neem alle veiligheidsvoor-
zorgsmaatregelen in acht. Nadat de bijstellin-
verwijderen
gen zijn gemaakt moet de ketting bij het
stationair lopen niet draaien.
De carburator is zorgvuldig op de fabriek
ingesteld. Bijstelling(en) van de stationaire
snelheid kunnen noodzakelijk zijn, als u een of
meer van de volgende condities waarneemt:
Zijplaat
S De motor loopt niet stationair wanneer de
regelklep wordt losgelaten. Zie STATION-
AIRESNELHEID AFSTELLEN - - T.
S De ketting beweegt tijden het stationair lo-
60˚
pen. Zie STATIONAIRESNELHEID AF-
STELLEN - - T.
Stationairesnelheid Afstellen - - T
Laat de motor stationair lopen. Als de ketting
beweegt is de stationaire snelheid te hoog.
Als de motor afslaat is de stationaire
snelheid te laag. Stel de snelheid bij totdat
de motor draait zonder beweging van de
0,65 mm
ketting (stationair lopen was te hoog) of
afslaat (stationair lopen was te laag). De
schroef voor het stationair lopen bevindt zich
Afgeronde
hoek
in het gebied boven de aanslagbal en is
gemarkeerd met een T.
S Draai de schroef (T) voor de stationaire
Haaks
snelheid rechtsom om de motorsnelheid te
afgevijlde
verhogen als de motor afslaat.
hoek
S Draai de schroef (T)voor de stationaire
snelheid linksom om de motorsnelheid te
verlagen als de ketting tijdens het station-
air lopen in beweging is.
OPSLAG
WAARSCHUWING
: Handhaaf de
motor, geef deze de gelegenheid af te koelen
en maak de kettingzaag stevig vast voordat
u deze opslaat of in een voertuig vervoert.
Bewaar het apparaat op een plaats waar
brandstofdampen niet in aanraking kunnen
komen met vonken of open vuur van geisers,
Vijl
elektrische motoren of schakelaars, ovens,
enz. Sla de kettingzaag op met alle
Dieptemeting
stootplaten op hun plaats. Plaats de zaag zo
dat deze niet per ongeluk persoonlijk letsel
kan veroorzaken bij voorbijgangers. Sla de
zaag buiten het bereik van kinderen op.
S Voordat u de zaag opslaat, dient u alle
brandstof uit het apparaat te verwijderen.
Start de motor en laat deze lopen totdat
deze stopt.
S Reinig de zaag voordat u deze opslaat. Let
vooral op de plaats van de luchtinlaat en
De boven-
houd deze vrij van vuil. Gebruik een mild
schoonmaakmiddel en een spons om de
plastic oppervlakken te reinigen.
S Bewaar het apparaat niet op een plaats
waar brandstofdampen
kunnen komen met vonken of open vuur
van geisers, elektrische motoren of
schakelaars, ovens, enz.
34
: Houd ander-
:
Stop
de
in aanraking
Advertenties
Inhoudsopgave
