6 . I N S T E L L E N V A N D E G E W E N S T E T E M P E R A T U R E N
Als u in deze modi blijft, dan zal de thermostaat werken volgens deze instellingen (geen programmering).
6.1 Comfort-instelpunt instellen
1
Draai de instelknop naar
2
Stel de temperatuur Comfort in (5°C tot Comfort max).
Configuratie CF10
3
Bevestig door op OK te drukken.
6.2 Economy-instelpunt instellen
1
Draai de instelknop naar
2
Stel de temperatuur Economy in (5°C tot 19°C).
3
Bevestig door op OK te drukken.
6.3 Antivries-instelpunt instellen
1
Draai de instelknop naar
2
Stel de temperatuur Antivries in (5°C tot 10°C).
3
Bevestig door op OK te drukken.
6.4 Gedragsindicator
Bij het instellen van de instelpunten, afhankelijk van het model van de thermostaat, zal het kleur van de display
veranderen of zal er een indicator worden weergegeven, afhankelijk van de gekozen temperatuur.
Om te profiteren van deze functie, afhankelijk van het thermostaatmodel, activeer de functie achtergrondverlichting (CF05).
Dendermondesteenweg 258 - 9070 Destelbergen - 09/228 32 31 - info@thermelec.be - www.thermelec.be
1
1
1
15