Na het meten
van
de
belichting
het oculair afsluiten door de oogschelp om'
hoog te schuiven;
dit
voorkomt dat er
licht
in de
zoeker valt.
Bij elektronische belichting
is
de
langst mogelijke
tijd
16
sec; wanneer
daarbij alle
LED's nog branden, dan
dient
de
juiste belichtingstijd
door verveelvoudiging
te
worden
bepaald.
Zonder elektron
ische
bel
ichti ng
Voorbeeld: 21
DIN/100
ASA
film,
diafragma
2.8,
door branden van de gehele
LED
rij
aangegeven
belichtingstijd
meer dan
16
sec. Instelring
66 achtereen-
volgens op een
gevoeligheid instellen die
3 DIN
groter
is
tot
de LED's
uitgaan.
Gevonden
DIN-waarde
27 DlN,
juiste belichtingstijd
4
x
16
sec
=
64
sec bij
diafragma 2.8,128
sec
bijdiafragma
4,enz.
Een
gevoeligheid die
3 DIN
hoger
ligt
betekent verdubbeling van de belichtingstijd.
De
gevonden
belichtingstijd
is een
richtgetal
en
moet nog
met
ca.25 %
tot
50
%
(eventueel
ook meer!)worden verlengd omdat het filmmateriaal
bij
lange
belichtingstijden steeds ongevoeliger reageert (,,Schwaaschildeffect").
Instelwiel
op
B
laten inklikken, ontspanner tijdens
de
opname ingedrukt
hou-
den
of blokkeren.
Het
gemakkelijkst werkt
men
met
een
draadontspanner die
men kan vastzetten.
Opnamen
bij
defekte battedi
Wanneer de camera vaak
wordt gebruikt,
de
spanning
van de
batterij
regelma-
tig
controleren
en de
batterij
tijdig
vervangen.
Heeft
men
geen
reservebatterij
beschikbaar: belichtingsautomaat uitschakelen,
sluitertijd op
X
of
B
zetten.
Deze
beide
tijden worden mechanisch geregeld
en
functioneren ook
wanneer
de batterij defekt
is.
Onderhoud
Reinigen
Regelmatig, afhankelijk van het gebruik met kortere
of
langere
tussenpozen.
Objectief van de camera
nemen,
oogschelp verwijderen en de
batterij uit
de
camera nemen. Achterwand 3 geheel openen, blokkeerpen 1 naar
beneden
trekken
en
de achtemrand uit de scharnieren
30
en
34
losmaken.
Camera en accessoires van binnen en van buiten met een zacht kwastje
of
een blaaskwastje
stofvrij
maken.
De
buitenkant met
een
zacht droog doekje
en
de glazen
onderdelen
met
speciaal lensreinigingspapier schoonmaken.
Te-
rugklapspiegel 26, interieur van de camera
en
lamellen van spleetsluiter
51
niet met vingers aanraken. Paraattas of
combitas, alsmede
de
objectiefkokers
reinigen
door
ze
uit
te
blazen en af
te
borstelen.
Bewaren
Bij
langere pauzes
tussen opnamen uitsluitend
met
ontspannen sluiter
en ver-
wijderde batterij.
129