6-2. Overbelastingsbeveiliging
6-3. Storingen
Probleem
Er is geen elektrodedraadtoevoer,
het hele apparaat werkt niet.
Er komt geen elektrodedraad uit.
De toevoer van elektrodedraad is
onregelmatig.
Er komt draad uit als de jog-schakelaar
wordt ingedrukt, maar niet wanneer de
schakelaar van het pistool wordt
ingedrukt.
Er komt draad uit, zodra de stroom wordt
ingeschakeld.
Er komt pas draad uit als de schakelaar
wordt ingedrukt, maar de aanvoer blijft
doorgaan ook nadat u de schakelaar
heeft losgelaten.
Het gasventiel rammelt behoorlijk hard
en de toevoer van elektrodedraad is
traag en onregelmatig.
Het gas stroomt niet, maar er is wel
toevoer van elektrodedraad.
OM-186895 Pagina 20
1
Zet de hoofschakelaar op On.
Controleer de aansluitingen van de 14-pens contrastekker RC9.
Controleer de voedingsstroom.
Controleer automatische zekering CB1 (zie Sectie 6-2).
Kijk de aansluiting van de schakelaar van het pistool na bij de draadtoevoer. Kijk de draden van de trekker
van het pistool en de schakelaar na. Zie de Handleiding voor de Eigenaar van het pistool.
Laat een door de fabriek erkende servicemonteur de aandrijfmotor en printkaart PC1 nakijken.
Stel de naafspanning en de druk van de aandrijfrol opnieuw aan (zie Sectie 4-9).
Gebruik het correcte formaat aandrijfrol (zie de onderdelenlijst).
Reinig of vervang een vuile of versleten aandrijfrol (zie Sectie 4-8).
Verwijder lasspatten rond de opening waar de draad uitkomt.
Vervang de contacttip of de geleiding. Zie de Handleiding voor de Eigenaar van het pistool.
Laat een door de fabriek erkende servicemonteur de aandrijfmotor en printkaart PC1 nakijken.
Kijk de aansluiting van de schakelaar van het pistool na bij de draadtoevoer. Kijk de draden van de trekker
van het pistool en de schakelaar na. Zie de Handleiding voor de Eigenaar van het pistool.
Kijk de schakelaar van het pistool na. Zie de Handleiding voor de Eigenaar van het pistool.
Controleer of er kortsluiting is tussen de draden van de schakelaar van het pistool en de laskabel. Repa-
reer of vervang de draden van de schakelaar van het pistool.
Controleer of er kortsluiting is tussen de draden van de schakelaar van het pistool en de laskabel. Repa-
reer of vervang de draden van de schakelaar van het pistool.
Controleer het gasventiel en de gasontspanner.
!
Zet de draadtoevoer en de
lasstroombron uit. Zet de
motor van de lasgenerator
uit.
1
Zekering F1
F1
beschermt
mechanisme voor de elektrode-
draad
tegen
Vervang F1 als deze stuk is.
2
Automatische zekering CB1
CB1 beschermt de motor tegen
overbelasting.
Herstel het probleem en zet de
onderbreker handmatig weer goed.
Oplossing
het
toevoer-
overbelasting.
801 921-D