parameter
dekvloer
buitenvoelertoewijzing Legt de relevante buitenvoeler voor de regeling vast.
vorstbeveiliging
ruimte uitschakeling
vorstbeveiliging
83315344 1/2023-12 Mgo
Montage- en bedieningsvoorschrift
Lucht/water-warmtepomp Biblock® WBB 12 ... WBB 20 (binnenunit)
instelling
uit (fabrieksinstelling):
Dekvloerprogramma niet actief.
functieverwarming:
Functie verwarmingscurve actief. Eerste fase van drogen. Het functioneel
verwarmen dient als bewijs dat de vloerverwarming zonder gebreken is
geïnstalleerd [hfst. 6.7.3.11].
bezettingsverwarming:
Stooklijn gebruiksklaar verwarmen actief. Tweede droogfase. Het gebruiksklaar
verwarmen wordt gebruikt voor verder drogen tot de dekvloer gereed is voor het
leggen van de vloerbedekking [hfst. 6.7.3.11].
func. en gebruiksklaar verwarmen (functioneel en gebruiksklaar
verwarmen):
Functioneel en gebruiksklaar verwarmen worden na elkaar actief [hfst. 6.7.3.11].
handmatig programma:
Het dekvloerprogramma kan individueel ingesteld worden [hfst. 6.7.3.11].
buitentemperatuur:
Buitenvoeler (B1) (toebehoren) [hfst. 5.4.1.1].
luchtaanzuigtemperatuur (fabrieksinstelling):
Luchtaanvoervoeler (T2) in de buitenunit.
uit:
Vorstbeveiliging niet actief.
-20.0 ... +21.5°C (fabrieksinstelling 3 °C):
Als de huidige buitentemperatuur onder de ingestelde waarde komt, dan is de de
vorstbeveiliging van de installatie actief.
De parameter wordt alleen weergegeven, als een ruimte-apparaat aanwezig is en
onder voorwaarde de optie ruimtegestuurd of weersafhankelijk
ingesteld is.
De ruimte-uitschakeling onderbreekt de vraag van het verwarmings-
circuit naar de warmtepomp.
uit (fabrieksinstelling):
Ruimte-uitschakeling niet actief.
0.1 ... 5.0K:
Als de huidige ruimtetemperatuur de ingestelde gewenste
ruimtetemp. overschrijdt, dan wordt geen warmtevraag aan de warmtepomp
gegeven.
De parameter wordt alleen weergegeven als onder vraag de optie
ruimtegestuurd of weersafhankelijk ingesteld is.
Stelt het temperatuurniveau voor de vorstbeveiliging van het systeem in. De
werkelijke temperatuur voor het niveau wordt in het menu gewenste
ruimtetemp. van het verwarmingscircuit ingesteld [hfst. 6.7.3.4].
vorstbeveilgingstemperatuur (fabrieksinstelling):
Tijdens de functie vorstbeveiliging geldt de in de parameter
vorstbeveiliging ingestelde temperatuur.
verlaagde temperatuur:
Tijdens de functie vorstbeveiliging geldt de in de parameter gewenste
ruimtetemperatuur / verlaagd ingestelde temperatuur.
81-168
6 Bediening