inbedrijfstelling
parameter
vermogen verwarmen
80% [1.5 m3/h]
terug > 3sec drukken
83315344 1/2023-12 Mgo
Montage- en bedieningsvoorschrift
Lucht/water-warmtepomp Biblock® WBB 12 ... WBB 20 (binnenunit)
16. Vermogen circulatiepomp instellen
Vermogen van de circulatiepomp instellen [hfst. 6.7.5.5].
inbedrijfstelling
parameter
koelvermogen
80% [1.5 m3/h]
terug > 3sec drukken
Als de inbedrijfstelling met een gewijzigde inschakelmodus van de pomp herhaald
wordt, verschijnt in plaats van de pompcapaciteit de vraag volgens de volume-
stroom [hfst. 6.7.5.5].
17. Volumestroom in het verwarmingscircuit controleren
Volumestroom in het verwarmingscircuit controleren.
Stel indien nodig, het overstroomventiel met de volumestroomsensor in op de
minimum volumestroom voor ontdooien [hfst. 3.4.6].
18. Overstroomventiel instellen (optioneel)
Zorg ervoor dat bij het instellen van het overstroomventiel de minimum
volumestroom in de verwarmings- en ontdooimodus behouden blijft. De pomp M1
draait in de ontdooimodus op zijn maximale toerental.
Zet de warmtepomp op verwarmen en controleer of de warmtepomp het
verwarmingscircuit voedt.
Stel pomp M1 tijdens verwarmen in op het maximale toerental (100 %).
Aanvoer verwarmingscircuit sluiten.
Evt. zones in het systeem die altijd open zijn open laten, b.v. vloerverwarming
badkamer.
De pompcapaciteit is verlaagd.
Stel de minimum volumestroom in de ontdooimodus in op het overstroomventiel.
Toerental van pomp M1 reduceren tot de minimum volumestroom voor
verwarmen bereikt is.
Pompinstelling voor verwarmen overnemen.
Aanvoer verwarmingscircuit openen.
1
1 stelschroef
123-168
7 Inbedrijfstelling
inbedrijfstelling
parameter
vermogen warmtapwater
80% [1.5 m3/h]
terug > 3sec drukken