2.
ALGEMENE INFORMATIE EN VEILIGHEIDSINFORMATIE
Algemene informatie voor de veiligheid
Elke technische wijziging heeft een impact op de werking of de veiligheid van de apparatuur
en moet derhalve alleen worden uitgevoerd door technisch personeel van de fabrikant of
door deze uitdrukkelijk gemachtigde technici. Zo niet, wordt elke aansprakelijkheid af voor
wijzigingen of schade die daaruit zou kunnen ontstaan door de fabrikant afgewezen.
Bij ontvangst en vóór gebruik de integriteit van de apparatuur en zijn onderdelen(bijv.
netsnoer) controleren; in aanwezigheid van afwijkingen de apparatuur niet in werking
stellen en het dichtstbijzijnde servicecentrum benaderen.
De technische gegevens zoals vermeld op het typeplaatje van de apparatuur en
weergegeven in deze handleiding controleren alvorens de aansluitingen tot stand te
brengen.
Op de stroomopwaarts van de apparatuur geplaatste voedingsbronnen (Elektriciteit-Water-
Gas) moeten vergrendelinrichtingen worden geïnstalleerd waarmee de voedingen kunnen
worden uitgesloten, telkens wanneer men in veilige omstandigheden moet werken.
Sluit de apparatuur in de juiste volgorde aan op de watervoorziening en de afvoer, dan op
het gasnet (controleer op lekkages) en vervolgens op de elektriciteitsvoorziening.
De apparatuur is niet ontworpen om te werken in een explosieve atmosfeer en derhalve
zijn installatie en gebruik in dergelijke omgevingen absoluut verboden.
De gehele structuur plaatsen met inachtneming van de afmetingen en kenmerken voor
installatie zoals beschreven in de betreffende hoofdstukken van deze handleiding.
Let op!
•
De apparatuur is niet geschikt voor een ingebouwde installatie.
•
De apparatuur moet werken in goed geventileerde ruimten.
•
De afvoeren van de apparatuur moeten vrij zijn (niet belemmerd of geblokkeerd door
vreemde voorwerpen).
Het
eigenschappen in overeenstemming met de plaatselijk geldende regelgeving.
Eenmaal aangesloten op de energiebronnen en de afvoer moet de apparatuur statisch
blijven (niet verplaatsbaar) op de voor het gebruik en onderhoud gekozen plek. Een
onjuiste aansluiting kan gevaar veroorzaken.
Zorg, waar nodig voor aansluiting op de elektriciteitsvoorziening, voor een flexibele kabel
met rubber isolatie van tenminste het type H07RN-F. De door de kabel getolereerde
voedingsspanning mag, bij functionerend apparaat, niet afwijken van de in de tabel
technische gegevens vermelde waarde van de nominale spanning ± 15%.
De apparatuur moet worden opgenomen in een "Equipotentiaal" aardingssysteem.
De afvoer van de apparatuur moet worden overgebracht naar het lozingssysteem voor
grijs water op een open wijze met een niet gehevelde "zwanenhals".
De apparatuur moet alleen voor de aangegeven doeleinden worden gebruikt. Enig ander
gebruik moet worden beschouwd als "ONEIGENLIJK" en derhalve kan de fabrikant
niet aansprakelijk worden gesteld voor hierdoor veroorzaakte schade aan personen of
voorwerpen.
Speciale veiligheidseisen (Verplichting-Verbod-Risico) zijn vermeld in het daaraan gewijde
specifieke hoofdstuk.
De ventilatieopeningen en/of -spleten of warmteafvoer mogen niet geblokkeerd worden.
DEZE HANDLEIDING IS HET EIGENDOM VAN DE FABRIKANT EN ELKE, OOK GEDEELTELIJKE, REPRODUCTIE IS VERBODEN.
gasapparaat
moet
worden
geplaatst
onder
een
- 6 -
6
afzuigkap
met
technische