De instellingen fijn afstellen
Het kleurgecodeerde bedieningssysteem is ontwikkeld
zodat u niet meer hoeft te gissen bij het instellen van
de perfecte strooi-instelling. Echter, door de vele
variabelen zoals het gewicht van het zand, de grootte
van de korreltjes, de hoeveelheid vocht, etc. kan uw
strooipatroon nog altijd ongelijkmatig zijn.
Om dit te corrigeren, is de afstelling van de
basisinstelling voorzien van een illustratie met
informatie hoe u dit kunt doen
Figuur 43
Als het strooipatroon zwaar is aan de binnenzijde
van de verspreiding, schuift u de basis eenvoudig
naar binnen – in de richting van de hopper. Als de
spreiding zwaar is aan de buitenzijde, schuif de basis
dan naar buiten – weg van de hopper.
Opmerking:
De kleuren van de sticker in
komen overeen met de kleuren van de hoofdsticker
(Figuur
30).
Tijdens gebruik
Veiligheid tijdens het werk
•
De eigenaar/bestuurder is verantwoordelijk voor
ongevallen die kunnen leiden tot lichamelijk letsel
en materiële schade, en hij kan zulke ongevallen
voorkomen.
•
Draag geschikte kleding en uitrusting,
zoals oogbescherming, een lange broek,
stevige schoenen met een gripvaste zool en
gehoorbescherming. Draag lang haar niet los,
steek losse kledingstukken goed vast en draag
geen bungelende juwelen.
•
Geef uw volledige aandacht als u de machine
gebruikt. Zorg ervoor dat u met niets anders bezig
bent waardoor u kunt worden afgeleid, anders
kan er letsel ontstaan of kan eigendom worden
beschadigd.
(Figuur
43).
g013710
Figuur 43
•
Gebruik de machine niet als u moe, ziek of onder
de invloed van alcohol of drugs bent.
•
Vervoer nooit passagiers op de machine en houd
omstanders en huisdieren tijdens het werk uit de
buurt van de machine.
•
Houd uw handen en voeten uit de hopper.
•
Blijf zitten als het trekvoertuig in beweging is.
•
Let goed op als u de machine gebruikt. Als
het trekvoertuig niet veilig wordt gebruikt, kan
dit leiden tot een ongeluk, omkantelen van het
voertuig en ernstig lichamelijk of dodelijk letsel.
Rijd voorzichtig en doe het volgende om te
voorkomen dat de machine kantelt of dat u de
controle over de machine verliest:
– Ga zeer voorzichtig te werk, verminder uw
snelheid en blijf op een afstand van zandkuilen,
greppels, waterpartijen, hellingen, onbekend
terrein en andere gevarenzones.
– Matig de snelheid als u met een geladen
machine over oneffen terrein rijdt. Anders kan
de machine onstabiel worden.
– Let op kuilen of andere verborgen gevaren.
– Ga voorzichtig te werk als u op een steile
helling werkt. Rij hellingen in een rechte lijn
op en af. Verminder de snelheid als u een
scherpe bocht maakt. Draai indien mogelijk
nooit op een helling.
– Wees extra voorzichtig als u werkt op een
nat oppervlak, bij hogere snelheden of zwaar
belast is. Stoppen kost meer tijd als het
voertuig zwaar belast is. Schakel naar een
lagere versnelling voordat u een helling op- of
afrijdt.
– Vermijd plotseling stoppen en starten. Schakel
niet van vooruit in achteruit of andersom
zonder volledig te stoppen.
– Maak geen scherpe bochten en vermijd
abrupte manoeuvres of andere riskante
handelingen tijdens het rijden, waardoor u de
controle kunt verliezen.
– Wees u bewust van uw omgeving tijdens het
draaien of achteruitrijden van de machine.
Zorg ervoor dat het gebied vrij is en houd
omstanders uit de buurt. Rijd langzaam.
– Kijk altijd goed uit en vermijd laag
overhangende objecten zoals boomtakken,
deurposten en voetgangersbruggen. Let erop
dat er voldoende ruimte boven uw hoofd is,
zodat het trekvoertuig zonder problemen kan
passeren en uw hoofd niets raakt.
– Gebruik de machine niet als het kan bliksemen.
– Als u niet zeker weet of u de machine veilig
kunt gebruiken, moet u het werk staken en de
bedrijfsleiding om advies vragen.
23