Gebruiksaanwijzing
De snelheidsbegrenzerset
gebruiken
Als u het werktuig laat zakken terwijl u sneller dan
een ingestelde snelheid gaat, beperkt de nok de
rijsnelheid alleen maar als u de snelheid handmatig
verlaagt met de bedieningshendels.
Als u het werktuig omhoog brengt terwijl u rijdt met de
door de nok begrensde snelheid, gaat de machine
mogelijk pas met de gewone volledige snelheid rijden
als u wat druk van de bedieningshendels neemt.
Hiertoe dient u de hendels licht van de voorste stand
weg te bewegen.
De snelheidsbegrenzerset
uitschakelen
1.
Trek de veren met een draaibeweging van de
bouten
(Figuur
18).
1. Sleuf
2.
Bevestig het haakuiteinde van de veren in de
sleuven van de overeenkomende hefbeugel.
Als u de snelheidsbegrenzer opnieuw wilt gebruiken,
bevestigt u de veren aan de bouten; keer de volgorde
van de stappen van de verwijderprocedure om.
Figuur 18
2. Veerklem
g024707
9