8. Verwijder op het bedieningspaneel de ronde
plug (claxonknop) en de rechthoekige plug
(richtingaanwijzerschakelaar) ernaast; zie
1
2
Figuur 19
1. Ronde plug – claxonknop
9.
Breng de claxonsticker aan en lijn deze uit met de
randen van het ronde en het rechthoekige gat
20).
1
2
Figuur 20
1. Claxonknop
2. Plaatje voor de claxon
10. Breng de claxonknop en de richtingaanwijzerschakelaar
aan op het bedieningspaneel
de richtingaanwijzerschakelaar met de groen/rode
bedrading links en de groen/witte bedrading rechts,
zoals in
Figuur
21.
Figuur
19.
G018336
2. Rechthoekige plug –
richtingaanwijzer
(Figuur
3
G018335
3. Schakelaar
richtingaanwijzer
(Figuur
20). Monteer
G018338
g018336
1. Groen/rood
11. Sluit de richtingaanwijzerschakelaar aan op de
connectorkabel van het bedieningspaneel.
Opmerking: De richtingaanwijzerconnector is zwart
en bevindt zich aan de lange kabel.
12. Verbind de roze draad en de zwarte/paarse draad met
de claxonknop.
Opmerking: De roze draad en de zwarte/paarse
draad bevinden zich in het bedieningspaneel.
13. Verbind onder het bestuurdersplatform de
connectorkabel van het bedieningspaneel met de
multi-pinconnector van de elektrische hoofdkabelboom
van de machine.
Opmerking: Deze multi-pinconnector bevindt zich
in de rail van het chassis aan de rechterkant van de
transmissiepomp.
14. Bevestig kabelbinders aan alle kabels voor de
voorlichten, achterlichten, en de drukschakelaar.
g018335
Belangrijk: Zorg dat de kabels goed vastzitten
met de kabelbinders. De kabelbinders verhinderen
dat de kabels gekneld raken of tegen andere
onderdelen schuren.
15. Maak de minkabel van de accu vast.
16. Test de schakelaars van het bedieningspaneel om te
kijken ze naar behoren werken.
17. Plaats het bedieningspaneel terug en let erop dat er
geen connectors losgekomen zijn en geen kabels
geklemd worden.
18. Laat de motorkap en het bestuurdersplatform zakken
en vergrendel deze.
10
1
2
Figuur 21
2. Groen/wit
g018338