1. Rode draad
2. Zwarte kabel
4. Verbind de bedrading van de kentekenplaat met de
2-pin elektrische connector van het linker- of het
rechterachterlicht.
5. Sluit het knipperrelais aan op het vrije relaiscontact
links en het standaard korte relais op het vrije
relaiscontact aan de rechterkant (Figuur 10).
Figuur 10
1. Knipperrelais
3
g018277
Figuur 9
3. PM2-connector
1
2
g018246
2. Standaard korter relais
5
1
De voorlichten monteren
2
Benodigde onderdelen voor deze stap:
1
Middelste koplamphouder
1
Koplamphouder rechts
1
Koplamphouder links
8
Schroef, M 6 x 20 mm
8
Moer, nylock M6
4
Schroef, M 10 x 25 mm
4
Moer, nylock M10
8
Ring, 3/8 inch
2
Montagebeugel
2
PM4-connector
Procedure
De koplampen en de richtingaanwijzers worden aan de
houders aan de voorkant van de machine bevestigd.
1. De voorlichten worden aan de middelste
koplamphouder bevestigd, die op zijn beurt
aan de machine wordt vastgemaakt met twee
bevestigingsbeugels (Figuur 11).
2. Monteer de twee montagebeugels aan de voorkant
van de machine met M10 x 25 mm schroeven, 3/8
inch ringen, M10 nylock moeren (Figuur 11).
3. Monteer de middelste koplampbeugel aan de
montagebeugels met M10 x 25 mm schroeven, 3/8
inch ringen, M10 nylock moeren (Figuur 11).
4. Breng een laag anti-seize vet aan op de binnenwand
van de buisuiteinden en alle oppervlakken van de
veren en de buisuiteindeprofielen (Figuur 11).
5. U kunt de lampen nu monteren. Hou de
rechterkoplampbeugel vast en voer de kabel door
de buisuiteinden naar het gat in het midden van de
middelste koplampbeugel (Figuur 11).
6. Bevestig het rechtervoorlicht aan de middelste
koplampbeugel met de M6 x 20 mm schroeven en
M6 nylock moeren (Figuur 11).
6