Figuur 93
7. Monteer de ribbel van het spuitpistool
verwijderd hebt in
De optionele handspuit loskoppelen
(bladz. 10)
op de toevoerslang; gebruik een slangklem
van 6 tot 11 mm.
Figuur 94
1. Toevoerslang
2. Slangklem
8. Plaats het spuitpistool op de spuitpistoolbeugel, en de
slang op de slanghaak.
De toevoerslang monteren – Machines
met de optionele elektrische
slanghaspel
1. Monteer de rechte slangpilaar (¾") die u verwijderd
hebt in stap
3
van
De afsluitklep monteren voor het
optionele spuitpistool of de elektrische slanghaspel
(bladz. 40)
met een slangklem (13 tot 32 mm) op de
slang (1,3 x 180 cm); zie
(Figuur
94) die u
3. Slangpilaar (spuitpistool)
Figuur
95.
g038456
1. Rechte slangpilaar (¾")
2. Slangklem
2. Breng de rechte slangpilaar van de slang aan op de
snelkoppelfitting van de flensafsluitklep
g038457
1. Snelkoppelfitting
(flensafsluitklep)
2. Borgclips
3. Rechte slangpilaar
3. Bevestig de rechte slangpilaar en de snelkoppelfitting
(Figuur
96) met de borgclip die u verwijderd hebt in
stap
3
van
De afsluitklep monteren voor het optionele
spuitpistool of de elektrische slanghaspel (bladz.
4. Leid de toevoerslang naar voren, langs de spuittank
naar de slanghaspel
43
Figuur 95
3. Slang – 1,3 x 180 cm
(Figuur
Figuur 96
4. Slang – 1,3 x 180 cm
5. Voorkant van machine
(Figuur
96).
g037825
96).
g038446
40).