i
9. Veiligheidsaanwijzingen voor de elektrische aansluiting
Bij het aanraken van elektrische componenten be-
staat levensgevaar door elektrische schok.
◆ Voer alle montage- en aansluitingswerkzaamhe-
den in spanningsloze toestand uit.
◆ Maak de toevoerleiding met alle polen van het net
los en borg deze tegen onbedoeld inschakelen.
◆ Controleer het systeem op spanningsloosheid.
i
9.1 Elektrische aansluiting
1.
Breng het stekkercontact van de meegeleverde net-
kabel aan en schroef deze vast.
2.
Leg vervolgens de netkabel in het kabelkanaal en
schroef het meegeleverde afdekplaatje vast.
Beschadigde aansluitkabels kunnen kortsluiting
veroorzaken.
◆ Zorg dat de aansluitkabels veilig worden gelegd.
◆ De aansluitkabel mag bij het vastschroeven van
de bandoproller niet worden afgekneld of bescha-
digd.
18
NL