Pagina 27
4.3.
MONTAGE VAN DE SCHERPSTELLINGEENHEID (SSM EN SSS) CONFORM VDS
Een montage conform VdS moet garanderen dat een scherpstelling enkel van buiten,
maar niet van binnenuit kan gebeuren. Daarvoor zijn volgende maatregelen nodig:
1. Scherpstellingeenheden met antenneverlenging gebruiken. De met kleu-
ren gecodeerde kabel van de antenneverlenging inkorten op de benodigde
lengte, kabel door de opening in de aluminium afschermhuls doortrekken en
als volgt aan de soldeeraansluitingen 16 tot 20 aansluiten:
16 – groen, 17 – blauw, 18 – afscherming, 19 – rood, 20 – geel.
2. Jumper B2 steken! De reikwijdte van de antennes wordt door het gebruik
van de aluminium huls op correcte wijze gereduceerd.
Blinde gat ( ∅ 23 mm ) in de buitenwand boren, antenneverlenging in het
blinde gat steken en fixeren. (Zie tekening hieronder). Daarbij moet gegaran-
deerd worden, dat men van buiten minstens tot op 2 cm aan de voorzijde van
de antenneverlenging kan naderen en van binnen altijd een minimum afstand
van 12 cm tot de voorzijde van de antenneverlenging verzekerd is. Het gaat
hierbij praktisch over de wandsterkte. De afstand tussen antenne en scherp-
stellingeenheid moet minstens 30 cm bedragen, de afstand tussen sluitcilinder
en antenne moet minstens 1 m bedragen.
3. Het is aangeraden om de positie van het blinde gat aan de buitenwand bv.
met een rode stipt of iets dergelijks te markeren. De transponder van de
gerechtigde moet bij dat punt gehouden worden om met de antenneverlenging
te kunnen communiceren.
Buitenwand
Antenne-
verlenging
4. De montage van de deactiveringseenheden gebeurt zoals beschreven in
hfdstk 4.1.
WERKING VAN HET VDS-BLOKSLOT 3066
RICHTLIJN VOOR HET OPBOUWEN
Binnenwand
Scherpstelling-
eenheid