Dit menu wordt ook ingesteld in het beperkte menusys-
teem van de slave-warmtepomp.
LET OP!
Bij het resetten wordt bij de volgende start van
de warmtepomp de startgids weergegeven.
MENU 5.6 - GEFORCEERDE REGELING
U kunt hier de verschillende componenten in de warm-
tepomp en eventueel aangesloten accessoires regelen.
Dit menu wordt ook ingesteld in het beperkte menusys-
teem van de slave-warmtepomp.
Voorzichtig!
Geforceerde besturing is alleen bedoeld voor
het oplossen van problemen. Elk ander gebruik
van de functie kan schade veroorzaken aan de
onderdelen van uw klimaatsysteem.
MENU 5.7 - STARTGIDS
Wanneer de warmtepomp voor de eerste keer wordt
gestart, opent de startgids ook automatisch. Hier kunt
u deze handmatig starten.
Dit menu wordt ook ingesteld in het beperkte menusys-
teem van de slave-warmtepomp.
Zie Handleiding voor installateur voor meer informatie
over de startgids.
MENU 5.8 - SNELSTART
Van hieruit is het mogelijk om de compressor te starten.
Dit menu wordt ook ingesteld in het beperkte menusys-
teem van de slave-warmtepomp.
LET OP!
Er moet een vraag naar verwarming, koeling
of warmtapwater zijn om de compressor te
starten.
Voorzichtig!
U kunt de compressor beter niet te vaak snel-
starten gedurende een korte periode, want
hierdoor zouden de compressor en zijn neven-
apparatuur kunnen beschadigen.
NIBE F1355
MENU 5.9 - VLOERDROOGFUNCTIE
duur periode 1 – 7
Instelbereik: 0 – 30 dagen
Fabrieksinstelling, periode 1 – 3, 5 – 7: 2 dagen
Fabrieksinstelling, periode 4: 3 dagen
temp. periode 1 – 7
Instelbereik: 15 – 70 °C
Standaardwaarde:
temp. periode 1
temp. periode 2
temp. periode 3
temp. periode 4
temp. periode 5
temp. periode 6
temp. periode 7
Stel hier de functie drogen ondervloer in.
U kunt maximaal zeven tijdsperioden instellen met ver-
schillende, berekende aanvoertemperaturen. Als er
minder dan zeven perioden worden gebruikt, moeten
de resterende tijdsperioden worden ingesteld op 0 da-
gen.
Vink het actieve venster aan om de functie vloerdrogen
te activeren. Een teller onderin toont het aantal dagen
dat de functie actief is geweest. De functie telt net als
bij normaal verwarmen gradenminuten, maar dan de
voor de resp. periode ingestelde aanvoertemperaturen.
Voorzichtig!
Tijdens het drogen van de vloer draait de circu-
latiepomp van het afgiftesysteem op 100%,
ongeacht de instelling in menu 5.1.10.
TIP
Als bedrijfsstand "add. heat only" moet worden
gebruikt, kiest u dit in menu 4.2.
Voor een nog gelijkmatiger aanvoertemperatuur
kan de bijverwarming eerder worden gestart
door "bijverwarming starten" in de menu's 4.9.2
in te stellen op -80. Als het instellen van de
droogperioden van de ondervloer is gestopt,
worden de menu's 4.2 en 4.9.2 gereset naar
de eerdere instellingen.
Hoofdstuk 3 | Regeling - Menu's
20 °C
30 °C
40 °C
45 °C
40 °C
30 °C
20 °C
45