Contactvlak voor sensoren
op de machine
34
BA 68
Schaeffler OPTIME
De sensor wordt via de M6-schroefdraadbout op de basis gemon-
teerd. Voor de beste meetkwaliteit moet het contactvlak op de
machine volledig vlak, glad en groter zijn dan de basis van de sen-
sor. Het wordt aanbevolen de sensoren via een bestaande M6-
schroefdraadboring direct op de machinebehuizing te monteren.
Adapters voor andere schroefdraadmaten zijn als toebehoren ver-
krijgbaar.
Bovendien bestaat de mogelijkheid om een schroefdraadgat in
de machine te maken, waarin de sensor kan worden geschroefd.
Wanneer het oppervlak van de machine licht gebogen of ongelijk-
smatig is, moet een geschikte lijm met afdichteigenschappen tus-
sen het machineoppervlak en de sensor worden gebruikt. Het
oppervlak kan, indien mogelijk, ook met een geschikt gereedschap
vlak worden gemaakt.
Bij de sensoren worden montageplaatjes meegeleverd die kunnen
worden vastgeplakt als er geen schroefdraad op de machine
aanwezig is.
Gevaar voor beschadiging door ondeskundige montage!
ATTENTIE
Het vastschroeven van de sensor op een sterk gebogen oppervlak
kan ertoe leiden dat de schroefdraadbout wordt verdraaid en
het apparaat permanent beschadigd raakt!
Let ook op het volgende, figuur 20, pagina 35:
■
De sensor moet verticaal ten opzichte van het montagevlak
worden bevestigd.
■
Het montagevlak mag niet sterk gebogen of oneffen zijn.
■
Het oppervlak moet vrij zijn van verontreinigingen.
■
De sensor kan bij omgevingstemperaturen van –40 °C tot +85 °C
worden gebruikt.
Schaeffler Technologies