Schaeffler OPTIME
Sensoren in leermodus
Het systeem moet de normale toestand van de machine aanleren
met behulp van de door de sensor geregistreerde trillings- en
temperatuur-KPI, voordat de grenswaarden voor alarmmeldingen
worden vastgesteld.
Tijdens de eerste fase van de leermodus worden 90 KPI-datamon-
sters van een draaiende machine opgevraagd. Aangezien het sys-
teem binnen 24 uren zes KPI-datamonsters neemt, duurt de eerste
fase ten minste 15 dagen. Na de eerste fase worden de alarmmeldin-
gen voorlopig vastgesteld. Tijdens de leerfase zijn voor de veiligheid
al zeer hoge geselecteerde alarmdrempels actief.
Daarna wordt de leermodus in een tweede fase, waarin de alarm-
grenzen continu worden aangepast, nog eens 15 dagen voortgezet.
In de leermodus gebruikt het systeem absolute alarmen. Een abso-
luut alarm wordt geactiveerd wanneer op een sensor de vooraf
ingestelde standaard ISO-waarde (voor verschillende machinety-
pes) of het vooraf ingestelde toegestane temperatuurbereik wordt
overschreden.
Opmerking
Houd er rekening mee dat de gegevens alleen worden geregistreerd
als de machine in bedrijf is. Als de machine tussendoor niet in
bedrijf is, duurt de leermodus langer.
Na elke technische wijziging, onderhoud of reparatie van de
machine is het essentieel dat de leerperiode opnieuw vanuit de
OPTIME-app wordt gestart, zodat nieuwe alarmgrenzen kunnen wor-
den aangeleerd.
24
BA 68
Schaeffler Technologies