14. O
PSTARTEN EN CONFIGUREREN
LET OP
Het is belangrijk dat de installateur alle informatie in dit
hoofdstuk achtereenvolgens leest en dat het systeem
gepast wordt geconfigureerd.
GEVAAR: ELEKTRISCHE SCHOK
Zie
"2. Algemene voorzorgsmaatregelen voor veiligheid"
op pagina
2.
14.1. Controles voor initieel opstarten
Controleer eerst de volgende punten na de installatie van de unit.
Sluit de unit nadat alle onderstaande controles zijn uitgevoerd,
waarna u de unit kunt opstarten.
1
Installatie
Controleer of de unit correct is geïnstalleerd om abnormale
geluiden en trillingen te voorkomen bij het opstarten van de unit.
2
Lokale bedrading
Controleer of de lokale bedrading volgens de in hoofdstuk
"12. Werk aan de elektrische bedrading" op pagina 19
beschreven instructies, de bedradingsschema's en de geldende
wetgeving is uitgevoerd.
3
Voedingsspanning
Controleer de voedingsspanning op het lokale voedingspaneel.
De spanning moet overeenkomen met de spanning op het
identificatieplaatje van de unit.
4
Aarding
Zorg ervoor dat de aardkabels correct zijn aangesloten en de
aardklemmen stevig zijn vastgemaakt.
5
Isolatietest van hoofdvoedingscircuit
Gebruik een megatester van 500 V en controleer of de
isolatieweerstand van 2 MΩ of meer wordt gehaald door tussen
de voedingsklemmen en de aarde een spanning van 500 V DC
toe te passen. Gebruik de megatester nooit voor de
transmissiebedrading.
6
Zekeringen, stroomverbrekers of beveiligingen
Controleer of het type en de waarde van de zekeringen,
stroomverbrekers of andere lokaal geïnstalleerde beveiligingen
overeenstemmen met de vereiste waarden die staan vermeld in
het hoofdstuk
"12. Werk aan de elektrische bedrading" op
pagina
19. Zorg ervoor dat er geen zekering of beveiliging is
overgeslagen.
7
Interne bedrading
Controleer of er geen losse aansluitingen of beschadigde
elektrische componenten in de schakelkast en binnenin de unit
zichtbaar zijn.
8
Leidingmaat en leidingisolatie
Zorg dat de juiste leidingmaten zijn geïnstalleerd en dat de
isolatie naar behoren is aangebracht.
9
Afsluiters
Zorg dat de afsluiters aan zowel de vloeistof- als de perszijde
open zijn.
De afsluiter van de aanzuiggasleiding moet altijd gesloten
blijven.
10 Beschadigde onderdelen
Controleer de binnenkant van de unit op beschadigde
onderdelen of platgedrukte leidingen.
Installatiehandleiding
25
11 Koelmiddellek
Controleer de binnenkant van de unit op koelmiddellekken. Als u
een koelmiddellek vindt, probeer dat dan te repareren. Als u het
niet kunt herstellen, neem dan contact op met uw dealer. Raak
met blote handen etc. geen koelmiddel aan dat uit de
aansluitingen van de koelmiddelleidingen is gelekt. U kunt
daardoor vrieswonden oplopen.
12 Olielekkage
Controleer de compressor op olielekkage. Als u een olielek
vindt, probeer dat dan te repareren. Als u het niet kunt
herstellen, neem dan contact op met uw lokale dealer.
13 Luchtinlaat/-uitlaat
Controleer of de luchtinlaat en de luchtuitlaat van de unit niet
worden geblokkeerd door papier, karton of ander materiaal.
14 Extra bij te vullen hoeveelheid koelmiddel
De hoeveelheid koelmiddel die moet worden bijgevuld in de unit
moet op het schild "Toegevoegd koelmiddel" worden genoteerd.
Vervolgens dient het schild aan de achterzijde van de
frontafdekking te worden bevestigd.
14.2. Lokale instellingen
Het bedrijf van de buitenunit kan verder worden gedefinieerd door
enkele instellingen te wijzigen.
U kunt hiervoor de drukknoppen op de printplaat van de buitenunit
gebruiken volgens de onderstaande aanwijzingen.
Functie van de drukknoppen
1
Open de frontafdekking van de buitenunit en open de
schakelkast aan de rechterzijde.
6x
1
Drukknopen
Verwijder de inspectieafdekking (1) als
u lokale instellingen uitvoert.
Bedien de drukknoppen met een
geïsoleerd spits voorwerp (bijvoorbeeld
een balpen) zodat u geen onder
spanning staande delen aanraakt.
Bevestig als u klaar bent de inspectieafdekking (1) weer in de
schakelkastafdekking (2).
OPMERKING
Zorg dat alle buitenpanelen, behalve het paneel op de
elektrische componentenkast (1), tijdens bedrijf zijn
gesloten.
Sluit het deksel van de elektrische componentenkast
stevig voordat u het apparaat inschakelt.
1
1
2
EMRQ8~16ABY1
Daikin Altherma buitenunit
4P501819-1 – 2017.08