draad [ N ] worden aangesloten.
i
9. Montage na de elektrische aansluiting
1.
Zet de installatiebehuizing in de inbouwcontactdoos en zet deze
met de schroeven van de bevestigingsklemmen vast.
2.
Plaats het afdekraam op de installatiebehuizing.
3.
Zet vervolgens het bedieningselement voorzichtig in de
installatiebehuizing.
4.
Schakel de netspanning weer in.
NL
27