Reset van de filterindicator (Speciale instelling)
Deze functie kan worden gebruikt als deze op juiste wijze is ingesteld
bij de installatie. Raadpleeg geautoriseerd servicepersoneel over het
gebruik van deze functie.
1. Maak het luchtfilter schoon wanneer de filterindicator
verschijnt.
2. Na het reinigen moet u de filterindicator resetten.
* Voor uitgebreide instructies over de bediening, raadpleegt u de
bedieningshandleiding van de afstandsbediening.
8. ALGEMENE INFORMATIE
■ Omvormer
Bij het opstarten werkt de airconditioner op maximale capaciteit zodat
het vertrek snel tot de gewenste temperatuur wordt afgekoeld.
Zodra de temperatuur in het vertrek de ingestelde temperatuur
nadert, zal de airconditioner op lagere capaciteit werken bij minder
energieverbruik tot de waarden voor minimumcapaciteit en invoer
worden bereikt.
■ Verwarmingsprestaties
Deze airconditioner werkt volgens het warmtepompprincipe, waardoor
warmte uit de lucht buiten wordt geabsorbeerd en deze warmte wordt
overgebracht naar de binneneenheid. Hierdoor zijn de prestaties minder
goed wanneer de buitentemperatuur lager wordt.
Als u vindt dt de verwarmingsprestaties onvoldoende zijn, raden wij
u aan deze airconditioner te gebruiken in combinatie met andere
verwarmingsapparatuur.
Raadpleeg uw installateur zodat u zeker weet dat de unit de juiste
afmeting heeft voor de ruimte.
Warmtepomp-airconditioners verwarmen het gehele vertrek door de
lucht door het vertrek te laten circuleren, maar daardoor duurt het
wel enige tijd na het starten van de airconditioner dat het vertrek is
verwarmd.
■ Automatische ontdooiing
Wanneer de buitentemperatuur erg laag is met een hoge
luchtvochtigheid, kan er tijdens het verwarmen ijsvorming ontstaan op
de buiten-unit, en dat kan het rendement van het product verminderen.
Voor vorstbeveiliging is deze airconditioner voorzien van een
microcomputer-gestuurde automatische ontdooifunctie.
Als ijsvorming optreedt, zal de airconditioner tijdelijk stoppen en zal het
ontdooicircuit kort werken (maximaal 15 minuten).
Als er na het verwarmen vorst wordt gevormd op de buiten-unit, zal
de buiten-unit na enkele minuten automatisch stoppen. Dan wordt de
automatische ontdooiing gestart.
Als u de functie Verwarmen instelt tijdens het automatisch ontdooien,
zal het automatisch ontdooien doorgaan. Het Verwarmen zal beginnen
nadat het ontdooien is voltooid. Dat maakt dat het enige tijd kan duren
voordat er warme lucht wordt geproduceerd.
■ Warme start
De binnen-unit voorkomt koude tocht wanneer het verwarmen wordt ge-
start.
De ventilator van de binnen-unit zal niet werken of zal op zeer lage snel-
heid werken, tot de warmtewisselaar de ingestelde temperatuur bereikt.
■ Auto-herstart functie
In geval van een stroomstoring
Zou de stroomvoorziening aan de airconditioner worden onderbroken
door een stroomstoring, dan start airconditioner automatisch in de
eerder geselecteerde stand, zodra de stroomvoorziening is hersteld.
■ Storingen veroorzaakt door andere
elektrische apparaten
Het gebruik van andere elektrische apparaten zoals een elektrisch
scheerapparaat of het nabije gebruik van een draadloze radiozender
kan storing van de airconditioner veroorzaken.
Als er zich een dergelijke storing voordoet, verbreek dan de aansluiting
op de stroomvoorziening een keer. Herstelde stroomvoorziening dan
weer en hervat de functie met behulp van de afstandsbediening.
Nl-5
■ Bereik temperatuur en luchtvochtigheid
binnen-unit
Toegestane bereiken voor de temperatuur en de luchtvochtigheid zijn
de volgende:
Binnentemperatuur
Koelen/Drogen [°C]
Verwarmen
Luchtvochtigheid binnen
*1) Als de airconditioner gedurende een groot aantal uren
ononderbroken wordt gebruikt, kan er condens op het oppervlak
ontstaan en lekken.
• Als de unit wordt gebruikt onder condities buiten het toegestane
temperatuurbereik, zal de werking van de airconditioner
misschien worden onderbroken door het automatisch werkende
beveiligingscircuit.
• Afhankelijk van de bedrijfscondities kan de warmtewisselaar
bevriezen, waardoor waterlekkage of een andere storingen
ontstaan. (in de stand Koelen of Drogen)
■ Wanneer de binnen- en de buitentemperatuur
hoog zijn
Wanneer zowel de binnen- als de buitentemperatuur hoog zijn tijdens
de werking van de functie verwarmen, zal de ventilator van de buiten-
unit misschien zo nu en dan tot stilstand komen.
■ Lage omgevingskoeling
Wanneer de buitentemperatuur daalt, zullen de ventilatoren van de
buiten-unit misschien overschakelen op een lage snelheid, of zal één
van de ventilatoren zo nu en dan tot stilstand komen.
■ Overige informatie
• Gebruik de airconditioner niet voor een ander doel dan het koelen/
drogen, verwarmen van een vertrek of voor het ventileren.
• Raadpleeg voor het toegestane bereik van temperatuur en
luchtvochtigheid voor de buiten-unit, de installatiehandleiding van de
buiten-unit.
• Tijdens het verwarmen, kan de bovenzijde van de binnen-unit warm
worden, maar dit komt doordat het koelmiddel door de binnen-unit
circuleert, zelfs wanneer de unit tot stilstand is gekomen; het is niet
een storing
9. ALS OPTIE VERKRIJGBARE ONDERDELEN
9.1. Afstandsbediening
De afstandsbediening is als optie verkrijgbaar. U kunt een keuze
maken uit de volgende typen afstandsbediening.
- Draadloze afstandsbediening
- Niet-draadloze afstandsbediening
- Draadloze LAN-regeling
Raadpleeg bevoegd onderhoudspersoneel om het beschikbare model
van de afstandsbediening te controleren.
OPMERKING: Afhankelijk van de afstandsbediening zullen bepaalde
functies mogelijk beperkt beschikbaar zijn. Raadpleeg
de bedieningshandleiding van de afstandsbediening of
van het WLAN-adapter voor nadere gegevens.
U kunt de niet-draadloze afstandsbediening en de draadloze
afstandsbediening samen gebruiken.
Maar mogelijk zijn bepaalde functies van de draadloze
afstandsbediening beperkt beschikbaar.
9.2. Meerdere afstandsbedieningen
U kunt twee niet-draadloze afstandsbedieningen op één airconditioner
aansluiten.
U kunt de airconditioner met beide afstandsbedieningen bedienen.
Maar de timer-functies zijn niet beschikbaar voor de secundaire unit.
9.3. Groepsregeling
U kunt met een niet-draadloze afstandsbediening tot wel 16
airconditioners bedienen. Voor alle airconditioners gelden dan dezelfde
instellingen.
U kunt niet groepsregeling en regeling met een draadloze LAN combineren.
18 tot 32
[°C]
16 tot 30
[%]
1)
80 of minder *