Storingen
17.4
Pompbedrijf en -diagnose
De bedrijfs-/storingsmelding (
stateerde storingen aan.
LED kleur
Aanduiding
Brandt groen
Normaal bedrijf
Knippert groen/
Waarschuwingsmodus
rood
(pompbedrijf niet nor-
maal, geen gevaar voor de
werking van de pomp).
Knippert rood
Afwijkende bedrijfsmo-
dus (pomp is gestopt,
werkt echter nog).
Brandt rood
Pomp gestopt
Nee LED
Geen voedingsspanning
Tabel 85 Pompbedrijf en -diagnose
68
) geeft de pompstatus en de gecon-
Diagnose
Pomp draait conform ver-
wachting
De pomp draait, maar heeft
een waarschuwing verzon-
den.
De pomp is vanwege een ex-
terne uitval uitgeschakeld.
Nadat de externe uitval is uit-
geschakeld, start de pomp au-
tomatisch opnieuw.
De pomp is vanwege een per-
manente uitval gestopt.
Geen spanning aan de elek-
tronica
Mogelijke oorzaak
Normaal bedrijf
• Drooglopen:
– De pomp draait zonder wa-
ter.
• Overbelasting motor:
– Wrijving door vreemde ob-
jecten en/of door verontrei-
nigingen geblokkeerde rotor
en/of te hoge viscositeit.
• Generatorbedrijf:
– De pomprotor wordt door
een externe stroom aange-
dreven.
• Onder- en overspanning:
– Netspanning U < 160 V of
U > 280 V.
• Overbelasting motor:
– Wrijving door vreemde ob-
jecten en/of door verontrei-
nigingen geblokkeerde rotor
en/of te hoge viscositeit.
• Te hoog toerental:
– De pomprotor wordt door
een externe stroom aange-
dreven, die de maximaal toe-
gestane waarde
overschrijdt.
• Overstroom:
– Afwijkende stroom boven de
grenswaarde.
• Te hoge temperatuur aan modu-
le:
– Temperatuur in motor te
hoog.
• Turbinebedrijf:
– De pomp wordt door een ex-
terne stroom (> 1200 l/h) in
tegengestelde richting aan-
gedreven.
• Storing van de elektronicamo-
dule en/of motor.
• Geen netaansluiting van de
pomp
• LED defect
• Elektronica defect
Condens 2300i W – 6721825839 (2021/10)
Oplossingen
--
▶ Controleer de bedrijfsdruk bij
het toestel en vul bij indien no-
dig.
▶ Waterkwaliteit in de installatie
controleren, bij verontreiniging
de installatie reinigen.
▶ De pomp draait normaal, wan-
neer de externe stroom wordt
uitgeschakeld.
▶ Netspanningsvoeding van de
pomp controleren:
160 V < U < 280 V.
▶ Waterkwaliteit in de installatie
controleren, bij verontreinigin-
gen de installatie reinigen.
▶ Waarborg, dat in de installatie
geen extra extern debiet aanwe-
zig is (extra draaiende secundai-
re pomp).
▶ Lekkage aan het toestel zoeken.
▶ Controleer op mogelijk drooglo-
pen en te lage bedrijfsdruk en de
omgevingstemperatuur.
▶ Waarborg, dat de externe
stroom minder dan 1200 l/h is.
▶ Toestel opnieuw starten. Wacht
30 seconden voor opnieuw in-
schakelen.
▶ Wanneer LED na het opnieuw
starten rood blijft branden, de
pomp vervangen.
▶ Steekverbinder en voedings-
spanning van de pomp controle-
ren.
▶ Controleer of de pomp draait.
▶ Pomp vervangen.