14.1 error code (Foutcode)
Mo-
Code
dules
96
0
Too many remote resets
52
10
Permanent remote reset
34
10
32
10
33
10
81
10
Warning undertemperature
80
10
Warning undertemperature
83
10
82
10
40
12
41
12
91
12
92
12
2
3
3
3
4–20 mA impedance error
3/4
9
6
9
Inconsistent NFS para.
2
8
99
➔ Storingen alleen door middel van de hier be-
schreven maatregelen opheffen.
opgeLeT
Om schade te voorkomen, moet op het volgende
gelet worden:
– Storingen mogen uitsluitend door geautoriseerd
vakpersoneel worden verholpen.
➔ Helpen de maatregelen niet om de storing te
verhelpen: het apparaat demonteren en in de
fabriek laten nakijken.
? storingen
! Oorzaak
• Remedie
14.2 Too many remote resets
? Te vaak op afstand ontgrendeld?
! Binnen 15 minuten werd er meer dan 5 x auto-
matisch of handmatig op afstand ontgrendeld.
• Vervolgfout van een voorgaande fout waarvan
de eigenlijke oorzaak niet weggenomen is.
– Op voorgaande foutmeldingen letten.
– De oorzaak verhelpen.
➔ De oorzaak wordt niet verholpen door telkens na
een storingsuitschakeling opnieuw te ontgren-
delen.
➔ Ontgrendeling op afstand op normconformiteit
(EN 746 staat alleen een ontgrendeling onder
toezicht toe) controleren en eventueel corrigeren.
• De ontgrendelingstoets ingedrukt houden, zie
pagina 9 (14.19 Ontgrendelen).
Beschrijving
Mains voltage
Undervoltage
Overvoltage
Undertemperature
Overtemperature
MIN pressure
MAX pressure
Underpressure
Overpressure
4–20 mA interrupted
Faulty parameters
Inconsistent FS para.
Internal error
14.3 permanent remote reset
? permanente afstandsontgrendeling?
! Waarschuwing: het apparaat wordt permanent
via de buscommunicatie op afstand ontgrendeld.
• De aansturing voor de ontgrendeling op
afstand controleren en resetten.
14.4 Mains voltage
? netspanning?
! De functie voor het inlezen van de netspanning is
defect.
• Het apparaat eenmaal ontgrendelen.
• Helpt de beschreven maatregel niet, het
apparaat demonteren en in de fabriek laten
nakijken.
14.5 under-/overvoltage
? voedingsspanning te laag/te hoog?
! De voedingsspanning is te laag (< 24 V= - 20%)
of te hoog (> 24 V= + 20%).
• Het apparaat binnen het toegestane netspan-
ningsbereik gebruiken, zie pagina 10 (15
Technische gegevens).
14.6 Warn. undertemp.
? Waarschuwing omgevingstemperatuur te
laag?
! De omgevingstemperatuur is zeer laag (tussen
0–5°C).
• Voor een toelaatbare omgevingstemperatuur
zorgen, zie pagina 10 (15 Technische
gegevens).
14.7 Warn. overtemp.
? Waarschuwing omgevingstemperatuur te
hoog?
! De omgevingstemperatuur is zeer hoog (tussen
55–60°C).
• Voor een toelaatbare omgevingstemperatuur
zorgen, zie pagina 10 (15 Technische
gegevens).
14.8 undertemperature
? omgevingstemperatuur te laag?
! De omgevingstemperatuur ligt voor het apparaat
onder de toelaatbare grens (< 0°C).
• Voor een toelaatbare omgevingstemperatuur
zorgen, zie pagina 10 (15 Technische
gegevens).
14.9 overtemperature
? omgevingstemperatuur te hoog?
! De omgevingstemperatuur ligt voor het apparaat
boven de toelaatbare grens (> 60°C).
• Voor een toelaatbare omgevingstemperatuur
zorgen, zie pagina 10 (15 Technische
gegevens).
NL-8