2 geBRuIK ConTRoLeRen
Om de overdruk of verschildruk voor gas, waterstof,
lucht, rookgas of andere niet-agressieve gassen te
bewaken.
De functie is uitsluitend binnen de aangegeven gren-
zen gewaarborgd – zie pagina 10 (15 Technische
gegevens). Elk ander gebruik geldt als oneigenlijk
gebruik.
2.1 Typeaanduiding
dgs
Meetbereik relatieve druksensor
–
100
350
1000
a
Niet storingsbeveiligd (ePSD Cat-A)
C
Storingsbeveiligd (ePSD Cat-C)
Meetbereik differentiële druksensor
–
20
50
100
R
n
8
El. aansluiting: 2 x M12-connectors
TX
-M
2.2 Benamingen onderdelen
12
3
4
5
6
1
Bovendeel van het huis
2
Onderdeel van het huis
3
Display
4
Statusindicatie
5
Gebruikerstoetsen
6
Voedingsspanning/4–20 mA-signaal
7
Ethernet
8
P1, gas-/luchtaansluiting Rp 1/4 (1/4" NPT)
9
P2, gas-/luchtaansluiting Rp 1/4 (1/4" NPT)
10 Beluchtingsopening
11 M1/M2, meetnippels
12 M4-schroefklem voor de aarding van het
apparaat
Gas-druksensor
(overdruk)
Zonder sensor
0–100 mbar (0–40,1 "WC)
0–350 mbar (0–140,7 "WC)
0–1000 mbar (0–401 "WC)
Zonder sensor
0–20 mbar (0–8 "WC)
0–50 mbar (0–20 "WC)
0–100 mbar (0–40,1 "WC)
Rp-binnendraad
NPT-binnendraad
10/100 mbit/s (Snel Ethernet)
Modbus TCP
1
2
7
10
2.3 Typeplaatje
Gassoort, schakeldruk, max. inlaatdruk, omgevings-
temperatuur, netspanning en uitgangssignalen: zie
typeplaatje.
3 InBouWen
opgeLeT
Om ervoor te zorgen dat het apparaat bij het mon-
teren en in werking niet beschadigd raakt, moet er
op het volgende gelet worden:
– Laten vallen van het apparaat kan tot perma-
nente beschadiging van het apparaat leiden. In
dat geval het complete apparaat en de
bijbehorende modules voor gebruik vervangen.
– Uitsluitend goedgekeurd afdichtingsmateriaal
gebruiken.
– Continubedrijf met gassen met meer dan
0,1 vol.-% H
m
3
versnelt de veroudering van het elastomeer-
materiaal en verkort de levensduur.
– Er mag geen condensatie in het apparaat
terechtkomen. Bij temperaturen beneden het
vriespunt kan het apparaat door ijsvorming
gestoord raken of uitvallen.
– Sterke impulsen aan het apparaat vermijden.
3.1 Inbouwpositie
9
Inbouwpositie verticaal of horizontaal, niet onderste-
boven. De aanbevolen inbouwpositie is verticaal.
11
8
Om afwijkingen te vermijden moet bij de inbedrijf-
stelling of bij onderhoud een nulpunt worden afge-
steld. Het nulpunt moet bij een normale bedrijfstem-
peratuur worden afgesteld om de best mogelijke
nauwkeurigheid te verkrijgen en thermische effecten
te reduceren.
3.2 aansluitingen
P2
NL-2
Elster GmbH, Made in Germany
DGS ...
p = ...
pmax = ...
T = ...
Input = ...
Output = ...
S of ozonbelasting boven 200 μg/
2
P1
P3