Gebruik de onderste montagegaten voor de assen van
de zwenkwielen om het mondstuk van de bladblazer
hoger te kunnen brengen.
Figuur 11
1. Klemkapje
2. Tussenringen
3. Vulstukken
3. Verwijder de klemkap van de spilas
schuif de as uit de zwenkwielarm. Plaats de twee
opvulstukken (van 1/8 inch) op de spilas zoals deze
oorspronkelijk waren geplaatst. Deze opvulstukken
zijn nodig om ervoor te zorgen dat de bladblazer
over de gehele breedte horizontaal staat. Schuif het
benodigde aantal afstandsstukken van 1/2 inch op
de spilas om de gewenste hoogte te bereiken; schuif
daarna de ring op de as.
4. Druk de zwenkwielas door de zwenkwielarm. Plaats de
opvulstukken (zoals deze oorspronkelijk zijn geplaatst)
en de overige afstandsblokken op de spilas. Monteer
het klemkapje om alles goed vast te zetten.
Tips voor bediening en gebruik
WAARSCHUWING
De uitgeblazen lucht heeft een aanzienlijke kracht
en waardoor u letsel kunt oplopen of wegglijden.
• Blijf uit de buurt van de afvoeropening als de
machine in bedrijf is.
• Houd omstanders uit de buurt van de
afvoeropening als de machine in bedrijf is.
4. Montagegaten voor de
assen
5. Zwenkwiel
(Figuur
11) en
GEVAAR
ALS DE MACHINE KANTELT, KAN DIT
ERNSTIG LICHAMELIJK OF DODELIJK
LETSEL VEROORZAKEN.
• Gebruik de machine NOOIT op steile hellingen.
• Rij hellingen op en af, werk nooit dwars op een
helling.
• U mag nooit plotseling stoppen of starten bij het
op- en afrijden van een helling.
• Let op kuilen in het terrein of andere verborgen
gevaren. Om te voorkomen dat de machine
omkantelt of dat u de controle over de machine
verliest, moet u niet te dicht langs greppels,
sloten of steil aflopende hellingen rijden.
• Als het sleepvoertuig stopt terwijl de machine
omhoog rijdt, rijd dan langzaam omlaag.
Probeer niet te keren.
•
Oefen in het gebruik van de blazer. Het verdient
aanbeveling met de wind mee te blazen om te voorkomen
dat het afval wordt teruggeblazen naar het gebied dat is
schoongemaakt.
•
Let goed op, verminder uw snelheid en wees voorzichtig
als u een bocht maakt. Kijk achterom en naar links en
naar rechts voordat u van richting verandert.
•
Let op de richting van de afvoer van de machine en laat
deze naar niemand wijzen.
•
Wees voorzichtig bij het naderen van blinde hoeken,
struiken, bomen, en andere objecten die het zicht kunnen
belemmeren.
•
Let goed op dat er voldoende ruimte boven de machine
is (denk aan takken, deuropeningen, elektrische kabels)
voordat u onder een object rijdt en zorg ervoor dat dit het
scherm van de bladblazer niet raakt.
•
Verminder uw snelheid als u een scherpe bocht maakt of
draait op een helling.
•
Voordat u achteruitrijdt, moet u achterom kijken om er
zeker van te zijn dat er zich niemand achter de machine
bevindt.
•
Gebruik de motor niet en richt de blazer niet op een
besloten ruimte zonder adequate ventilatie. Uitlaatgassen
zijn gevaarlijk en kunnen de dood veroorzaken.
•
Wees voorzichtig bij het blazen in de buurt van nieuwe
beplanting, omdat de kracht van de lucht het gras zou
kunnen verstoren.
•
Blijf uit de buurt van de afvoeropening als de machine
in bedrijf is. Houd alle omstanders uit de buurt van
de afvoeropening en houd de afvoeropening nooit naar
omstanders gericht.
•
Neem geen risico's die letsel kunnen veroorzaken!
Als er onverwachts een persoon of huisdier in of in de
buurt van het werkgebied verschijnt, moet u stoppen
met uw werkzaamheden.Onvoorzichtig gebruik
11