Bedrading
Leg de kabel naar wens, afhankelijk van de manier waarop het apparaat is gemonteerd. Knip de kabel NIET af. Mogelijk dient u een gat van
31,7 mm te boren om de voedings-/netwerkkabel te geleiden. Garmin levert een rubberen pakkingring waarmee het kabelgat kan worden
bedekt. De pakkingring biedt GEEN waterdichte afsluiting. Als u de pakkingring waterdicht wilt maken, dient u hier watervaste kit op aan te
brengen. Via Garmin of een erkende Garmin-dealer kunt u extra pakkingringen aanschaffen.
Let bij het installeren van de voedings-/netwerkkabel op de volgende zaken:
• Gebruik voor de veiligheid de juiste kabelbinders, klemmen en afdichtingskit om kabels te routeren en door eventuele scheidingswanden
of dekken te leiden. Bewaar afstand tot bewegende voorwerpen, sterke hittebronnen en doorgangen en ruimen.
• Leid de kabel niet naast of parallel aan andere kabels, zoals kabels van radioantennes of voedingskabels. Dit is zeer belangrijk om
storingen van of naar andere apparatuur te voorkomen. Als dit niet mogelijk is, dient u de kabel af te schermen met een metalen pijp of
EMI-afscherming.
• Installeer het voedingsgedeelte van de kabel zo dicht mogelijk bij de bronaccu. Er is minimaal 10 VDC vereist op de connector van de
kabel van 15 m wanneer de radar wordt ingeschakeld of werkzaam is. Raadpleeg de tabel voor draaddikten hieronder voor de aanbevolen
draaddikte tussen radarkabel en accu.
Bedrading voltooien
De laatste draden aansluiten
1. Sluit de zwarte aardedraad (-) aan op het negatieve aansluitpunt van het vaartuig.
2. Sluit de rode draad (+, met zekeringhouder) aan op het positieve aansluitpunt van het vaartuig.
3. Voor een zelfstandig netwerk (alleen MFD en radar) sluit u de RJ-45 maritieme netwerkkabel aan op de RJ-45-aansluiting op de
achterzijde van het MFD. Voor een uitgebreid netwerk (MFD, radar, GMS 10) sluit u de RJ-45 maritieme netwerkkabel aan op een open
RJ-45-aansluiting op de GMS 10 netwerkpoortuitbreider. Draai de vergrendelingsring van de RJ-45 met de klok mee totdat deze stevig
vastzit.
OPmerking: als u de GMR 18 gebruikt met een zelfstandig netwerk, moeten het MFD en de GPS-antenne (GPS 17) volgens de installatie-
instructies worden geïnstalleerd. In het diagram wordt alleen weergegeven hoe een GMR 18-radar met een zelfstandig netwerk communiceert.
De volledige bedrading van het MFD of de GPS 17 wordt niet weergegeven in het diagram.
OPmerking: de GMR 18 en het Garmin MFD moeten volgens hun respectievelijke installatie-instructies op een voedingsbron worden
aangesloten. In het diagram worden alleen de gegevensverbindingen van het netwerk weergegeven.
GMR 18
GPS 17
scheepsradar
Zelfstandig netwerk
Garmin
MFD
Installatie-instructies voor de GMR 18 scheepsradar