Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Installatieprocedures

De volgorde waarin de handelingen voor de montage van de radarantenne worden verricht en waarin de voedings-/netwerkkabel wordt
aangesloten, is afhankelijk van de installatielocatie en de gebruikte bevestiging.
De radarantenne bevestigen
1. Wanneer u de bevestigingslocatie hebt vastgesteld, dient u te controleren of de locaties voor de bevestigingsgaten zijn uitgelijnd met
voor- en achterschip. Vervolgens boort u vier bevestigingsgaten van 9,5 mm. Gebruik hierbij afbeelding 1 hieronder ter referentie. (Deze
stap is niet noodzakelijk als u een voorgeboorde compatibele houder van Raymarine
2. Lijn de inkeping en de vergrendelingsring op de voedingskabel uit met de voedingsconnector. Steek de twee-pins voedingskabel in de
voedingsconnector en de RJ-45 maritieme netwerkkabel in de RJ-45-aansluiting (Afbeelding 2). Draai de vergrendelingsring van de
voedingskabel met de klok mee totdat deze niet verder kan. Draai de vergrendelingsring van de RJ-45 met de klok mee totdat deze
stevig vastzit.
3. De voedings-/netwerkkabel mag in een van de vijf groeven in de bodem van de behuizing worden gedrukt en op de plaats worden
gehouden onder het kabelafdekplaatje (Afbeelding 2). Zorg ervoor dat de kabel niet overmatig wordt gebogen of gedraaid. Zie het
volgende gedeelte „Bedrading" voor meer informatie.
4. Plaats de radarantenne op het montageoppervlak, waarbij de driehoekige markering op de behuizing uitgelijnd dient te worden met de
voorkant van het vaartuig. Breng een druppel watervaste kit aan rond elk montagegat op het montageoppervlak.
5. Installeer de vier (4) M8 x 1,25 x 60-draadeinden in de montagegaten aan de onderzijde van de radarantenne. Als deze correct zijn
aangebracht, dienen ze niet meer dan 50 mm uit de radarantenne te steken.
6. Bevestig de radarantenne op het montageoppervlak met behulp van de M8 x 1,25 x 60-draadeinden (geïnstalleerd gedurende de
vorige stap), verende ringen, platte ringen en M8-zeskantmoeren zoals weergegeven in Afbeelding 3. De moeren dienen te worden
vastgezet met een aandraaikoppel van 13,7-18,6 Nm.
OPmerking: de meegeleverde M8 x 1,25 x 60-draadeinden kunnen worden gebruikt op montageoppervlakten met een dikte van 5-30 mm
(aanbevolen). Voor montagevlakken die dikker zijn dan 30 mm, moet u langere draadeinden aanschaffen.
2 meter
4 meter
6 meter
Stroom-
connector
Netwerk-
connector
Installatie-instructies voor de GMR 18 scheepsradar
Afstand
Doorsnee
1,5 mm
2 mm
3,5 mm
Tabel voor
draaddikten
Plaat
Opties voor
kabelgeleiding
Afbeelding 2
of een andere fabrikant gebruikt.)
®
233,0 mm
Afbeelding 1
Montagegaten
Radarantenne
Montage-
steun
Platte
ring
Verende
ring
M8 x 60-
draadeind
M8-bout
Afbeelding 3


Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave