Instellen van een startpunt
U kunt het startpunt van een track vinden door het jog-
plateau rond te draaien. Deze bedieningshandeling kan
vereenvoudigd worden door naar de golfvorm te kijken
die boven op het scherm verschijnt tijdens het zoeken
naar het startpunt. Zodra u het gewenste punt hebt
gevonden, drukt u op de [SET CUE]-toets om het
startpunt in te stellen. Bij het instellen van een startpunt
verschijnt een witte markering op de bijbehorende
plaats van de plaat op het scherm. Nadat u een startpunt
hebt ingesteld, kunt u op de [CUE PLAY]-toets drukken
om naar de ingestelde cue-punten te gaan.
Instellen van een cue-punt
U kunt op iedere willekeurige plaats in een track een
cue-punt instellen door op een van de toetsen in het
cue-punt-bereik ([CUE 1], [CUE 2], [CUE 3]) te
drukken. Daarna kan door middel van een druk op de
toets het afspelen vanaf het betreffende cue-punt
worden gestart. Om een cue-punt te verwijderen,
houdt u de [SHIFT]-toets ingedrukt en druk dan
tegelijkertijd op de betreffende toets in het cue-punt-
bereik ([CUE 1], [CUE 2], [CUE 3]). Bij het instellen van
een cue-punt verschijnt een gekleurde markering (CUE
1: rood, CUE 2: groen, CUE 3: blauw) op de
bijbehorende plaats van de plaat op het scherm.
Deze functie is handig wanneer u bijvoorbeeld een mix
wilt instellen met punten voor melodie A, melodie B en
koorzang.
Gebruik van de TRACKFORMER (djay2 for iPad/iPhone)
Betreffende auto-loop
Met de loop-functie kunt u een gedeelte van een track
herhaaldelijk afspelen. Loops kunnen in elkaar worden
genesteld voor praktisch onbeperkte DJ-
mengmogelijkheden.
Druk op de [LOOP]-toets in het auto-loop-gebied
voor een loop van een voorgeschreven aantal
maatslagen.
Druk op de [1/2]-toets om de loop te halveren of
druk op de [x2]-toets om de lengte van de loop te
verdubbelen.
Druk nogmaals op de [LOOP]-toets om de auto-
loop-functie te annuleren.
Betreffende FX (effecten)
djay2 for iPad/iPhone bevat een groot aantal effecten
die u op uw mix kunt toepassen. De effecten bieden de
gewenste veelzijdigheid voor het creëren van
opwindende arrangementen uit de basistracks.
De geselecteerde effecten kunnen worden toegepast
op het geluid dat wordt weergegeven door op de
[FX]-toets in het effectgebied te drukken.
U kunt het effecttype veranderen met de [ ] en [ ]
toetsen aan beide zijden van de [FX]-toets.
U kunt de [FX PARAMETER]-schuifregelaar
gebruiken om de intensiteit van de toegepaste
effecten in te stellen.
NL-17