1. Montagebeugel van
rolborstel
2. Lagerbehuizing van
rolborstel
3. Rolborstelplaat
4. Controleer of de rolborstelplaat evenwijdig is aan de
zijplaat van de maai-eenheid. Indien dit niet het geval
is, moet u als volgt te werk gaan:
A. Draai de 2 flensborgmoeren los waarmee de
montagebeugel van de rolborstel aan de zijplaat
van het maaidek is bevestigd.
B. Draai de lagerbehuizing van de rolborstel tot de
borstelplaat parallel is met de zijplaat van het
maaidek en er een gelijkmatige speling is tussen de
borstelplaat en de kap van de groomer.
C. Draai de 2 flensborgmoeren vast waarmee de
montagebeugel van de rolborstel aan de zijplaat
van het maaidek is bevestigd.
De rolborstel positioneren
1. Draai de twee bouten los waarmee de lagerbehuizingen
van de rolborstels aan de montagebeugel zijn bevestigd
(Figuur
8).
Figuur 7
4. Bouten
5. Borgmoeren
1. Draai deze bouten los.
2. Plaats de rolborstel zodanig dat hij de achterrol net
raakt of erop rust
Belangrijk: De schacht van de rolborstel mag
geen contact maken met de zijplaat van het
maaidek.
Belangrijk: Als de borstel zwaar op de rol drukt,
g020421
slijt de borstel sneller.
1. Zijplaat
2. Rolborstel
3. Zorg ervoor dat hier
genoeg ruimte is.
Opmerking: De as van de rolborstel moet zich
evenwijdig aan de achterrol bevinden.
Opmerking: De oriëntatie van de lagerbehuizing van
de niet-aangedreven rolborstel moet hetzelfde zijn als
de lagerbehuizing van de aangedreven kant.
3. Draai de 2 bouten vast waarmee de lagerbehuizingen
van de rolborstels aan de montagebeugels van de
rolborstels zijn bevestigd.
De aandrijfpoelie monteren
1. Verwijder de bout waarmee de groomerpoelie aan de
aandrijfas is bevestigd en gooi ze weg
5
Figuur 8
(Figuur
9).
Figuur 9
4. Licht contact
5. Achterrol
(Figuur
g020291
g020293
10).