Inhoud Inleiding 3 Standaardinstellingen voor toegang tot de camera 4 Netwerktoegang 5 Het beveiligingsniveau van uw webbrowser controleren 5 De camera openen via internet 6 Overzicht van de camerawebbrowser 7 Cameraconfiguratie 9 Overzicht configuratiemenu 9 Lokale configuratie 10 Systeemtijd 12 IR LED-instellingen voor de TVC-OH3-HT-behuizing 13 Netwerkinstellingen 14 Opnameparameters 23...
Pagina 4
IP-adresfilter 75 Beveiligingsservice definiëren 76 Fabrieksinstellingen herstellen 77 Een configuratiebestand importeren/exporteren 78 Firmware bijwerken 78 Camera opnieuw opstarten 80 Camerabediening 81 Aanmelden en afmelden 81 Live-weergavemodus 81 Video-opnames afspelen 82 Gebeurtenislogboeken doorzoeken 85 PTZ-besturing bedienen 87 Index 91 Configuratiehandleiding TruVision 4 Series IP-camera...
Standaardinstellingen voor toegang tot de camera Standaard aanmeldingsgegevens De camera wordt geleverd met een gebruikersaccount met beheerdersrechten voor het configureren van alle opties op de camera. De gebruikersnaam is “admin” en het wachtwoord is “1234”. Het wordt sterk aangeraden om het standaardwachtwoord bij de initiële instellingen te wijzigen voor een betere beveiliging.
Netwerktoegang In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u de camera via het netwerk met een webbrowser kunt configureren. TruVision IP-camera’s kunnen met Microsoft Internet Explorer (IE) en andere browsers worden geconfigureerd en bediend. De procedures die worden beschreven, gaan uit van de webbrowser Microsoft Internet Explorer (IE).
• Voer de browserinterface uit als systeembeheerder in uw werkstation • Voeg het IP-adres van de camera’s toe aan de lijst van vertrouwde websites van uw browser U voegt als volgt het IP-adres van de camera toe aan de lijst met vertrouwde websites van Internet Explorer: 1.
Overzicht van de camerawebbrowser Met de webbrowser van de camera kunt u gemakkelijk video bekijken, opnemen en afspelen, maar ook de camera beheren vanaf een willekeurige pc met toegang tot hetzelfde netwerk als de camera. De eenvoudige browserbediening biedt u snel toegang tot alle camerafuncties.
Pagina 10
Naam Beschrijving PTZ-beheer Richtingsacties, zoomen, scherpstellen, diafragma, verlichting en wisser bedienen. Opmerking: Richtingsacties, verlichting en wisserbediening kunnen worden gebruikt indien de camera ondersteuning heeft voor RS-485 en er een externe draai- en kanteleenheid, verlichting of wisser is geïnstalleerd. Displayregeling Klik op elk tabblad om de lay-out te bewerken en het streamtype van de live-weergave aan te passen.
Cameraconfiguratie In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de camera’s via een webbrowser kunt configureren. Zodra de hardware van de camera is geïnstalleerd, configureert u de camera- instellingen via de webbrowser. U moet beschikken over systeembeheerderrechten om de camera’s via internet te kunnen configureren. Met de camerawebbrowser kunt u de camera op afstand configureren met behulp van uw computer.
Tabel 2: Overzicht van het Configuratiescherm Configuratiemenu’s Beschrijving Systeem Hiermee definieert u de basisgegevens van een apparaat, inclusief het serienummer en de huidige firmwareversie, tijdinstellingen, onderhoud en seriële poortparameters. Zie “Systeemtijd” op pagina 12 voor meer informatie. Netwerk Hiermee definieert u de parameters voor het bedienen van de camera via een netwerk.
Pagina 13
Afbeelding 3: Voorbeeld van het scherm Lokale configuratie Parameters Beschrijving Live-weergaveparameters Protocol Hier wordt het gebruikte netwerkprotocol opgegeven. De volgende opties zijn beschikbaar: TCP, UDP, MULTICAST en HTTP. Live-weergaveprestaties Geeft de overdrachtssnelheid weer. De volgende opties zijn beschikbaar: Kortste vertraging of Auto.
Parameters Beschrijving Gedownloade bestanden Hiermee geeft u de map op voor gedownloade bestanden. opslaan als Instellingen voor momentopname en clips Momentopnamen in live- Hiermee definieert u de map om momentopnamen in live- weergave opslaan als weergavemodus op te slaan. Momentopnamen bij Hiermee definieert u de map om momentopnamen in afspelen opslaan als afspeelmodus op te slaan.
Synchroniseren met een NTP-server: Schakel het selectievakje in en voer het NTP-adres van de server in. De tijdsinterval kan ingesteld worden op 1 tot 10080 minuten. - Of - Handmatig instellen: Schakel de functie Manual Time Sync (Handmatige Tijdsynchronisatie) in en klik op om de systeemtijd in te stellen vanuit de agenda in het pop-upvenster.
3. Selecteer het selectievakje Enable IR LEDs (IR LED's inschakelen) en configureer vervolgens de IR-verlichtingsparameters. a. Pas de helderheid van de lage en hoge lichtstraal aan, zoals vereist. b. Onder IR LED on (IR LED aan): Selecteer Auto om de IR LED's te besturen door middel van fotoweerstand en pas dan de filtertijd aan om de vertraging te selecteren voor het in-/uitschakelen van de IR LED's wanneer het lichtniveau verandert.
Pagina 17
Menutabbladen Beschrijving TCP/IP NIC Type: Voer het NIC-type in. De standaardinstelling is Automatisch. De overige opties zijn: 10M Half-dup, 10M Full-dup, 100M Half-dup en 100M Full-dup. DHCP: Inschakelen om automatisch een IP-adres en andere netwerkinstellingen van deze server te verkrijgen. IPv4 Address: Voer het IPv4-adres van de camera in.
Pagina 18
Menutabbladen Beschrijving ezDDNS: Activeer de DDNS auto-detectiefunctie om een dynamisch IP- adres in te stellen. De server is ingesteld om een beschikbare hostnaam aan uw recorder toe te wijzen. IPServer: Voer hier het adres van de IP-server in. Zie pagina 17 voor meer informatie over de installatie. PPPoE Hiermee wordt een dynamisch IP-adres opgehaald.
Pagina 19
5. Klik op Save (Opslaan) om de wijzigingen op te slaan. U definieert de poortparameters als volgt: 1. Klik onder Configuration (Configuratie) > Network (Netwerk) op het tabblad Port (Poort) om het bijbehorende scherm te openen. 2. Stel de HTTP-poort, RTSP-poort, HTTPS-poort en serverpoort van de camera in. HTTP Port (HTTP-poort): Het standaardpoortnummer is 80.
Pagina 20
de camera, het poortnummer (443 (HTTPS)), en uw gebruikersnaam en wachtwoord die u gebruikt om aan te melden op uw DynDNS-account. De domeinnaam weergegeven onder “Hostnaam” is diegene die u op de DynDNS- website gemaakt hebt. • ezDDNS: Voer de naam in van de gewenste host onder "Hostnaam". De standaardnaam van de host is het utc-serienummer.
Pagina 21
Anonieme identiteit Gebruikt zodat de verificator de juiste verificatieserver kan kiezen, waarbij de daadwerkelijke identiteit bij een tweede uitwisseling wordt verzonden (bijv.: anonymous@test.com). EAPOL-versie Geef de versie (1 of 2) aan die wordt gebruikt; heeft invloed op het formaat van de uitwisseling met de RADIUS-server. CA-certificaat Dit moet bij de netwerkbeheerder verkregen worden, aangezien netwerkbeleid kan verschillen.
Pagina 22
U definieert de UPnP-parameters als volgt: 1. Klik op Configuration (Configuratie) > Network (Netwerk) > UPnP. 2. Schakel het selectievakje in om de UPnP-functie in te schakelen. De naam van het apparaat kan na een online detectie worden bewerkt. 3. Klik op Save (Opslaan) om de wijzigingen op te slaan.
Pagina 23
Bijgevoegde momentopname: Schakel het vakje Bijgevoegde momentopname in als u e-mails wilt versturen met alarmafbeeldingen als bijlagen. Interval: Dit is de tijd tussen twee acties waarbij bijgevoegde beelden worden verstuurd. Authentication (Verificatie): Als verificatie vereist is voor uw e-mailserver, schakelt u dit keuzevakje in om verificatie te gebruiken bij aanmelding bij deze server.
Pagina 24
2. U kunt als volgt een automatisch ondertekend certificaat maken: Klik op de knop Create (Maken) naast Create Self-signed Certificate(Automatisch ondertekend certificaat maken). Voer het land, hostnaam/IP-adres, geldigheid en overige vereiste informatie in. Klik op OKom de instellingen op te slaan. -Of- U kunt als volgt een verzoek voor een certificaat maken: Klik op de knop...
3. Klik op OKom de instellingen op te slaan. Download het certificaatverzoek en stuur dit naar een vertrouwde certificaatinstelling om te laten ondertekenen, zoals Symantec of RSA. Zodra u het ondertekende geldige certificaat hebt ontvangen, uploadt u het certificaat naar het apparaat. Opnameparameters U kunt de video- en audio-opnameparameters aanpassen om zo de beeldkwaliteit en het bestandsformaat te verkrijgen die het best aansluiten op uw situatie.
Pagina 26
Tabblad Parameterbeschrijving Videotype: Hier wordt het streamtype opgegeven waarmee u wilt opnemen. Selecteer Videostream als u alleen videostreaming wilt opnemen. Selecteer Video&Audio om zowel video- als audiostreams op te nemen, Opmerking: Video&Audio is alleen beschikbaar voor cameramodellen die audio ondersteunen. Resolutie: Hier wordt de opnameresolutie opgegeven.
Pagina 27
Tabblad Parameterbeschrijving Schakel de ROI in om meer coderingsbronnen aan het gebied waar u geïnteresseerd in bent toe te wijzen om de kwaliteit van de ROI te verhogen, terwijl de achtergrondinformatie minder op de voorgrond aanwezig is. Informatie Wanneer de modus Dual-VCA is ingeschakeld, stuurt de camera analytische weergeven.
Pagina 28
6. Schakel Dynamic Region (Dynamische regio) in voor gezichtstracering. De ROI verandert, afhankelijk van de positie waar de gezichten in de scène worden gedetecteerd. ROI Level (ROI-niveau): Selecteer het verhogingsniveau voor de beeldkwaliteit. 7. Klik op Save (Opslaan) om de wijzigingen op te slaan. Dual-VCA (analyse van video-inhoud) Wanneer de modus Dual-VCA is ingeschakeld, stuurt de camera analytische resultaten van de video (metadata) naar een NVR of ander platform om een VCA-alarm te...
Videobeeld Het kan zijn dat u het camerabeeld moet aanpassen, afhankelijk van het cameramodel of de achtergrond van de locatie, om de beste beeldkwaliteit te verkrijgen. U kunt de helderheid, het contrast, de verzadiging, de tint en de scherpte van het videobeeld aanpassen.
Pagina 30
Parameter Beschrijving Nacht: Configureer de instellingen Tegenlicht, Witbalans en Beeldverbetering voor alleen de nachtmodus. 2. Beeldaanpassing Helderheid, Contrast Hiermee wijzigt u de verschillende elementen van beeldkwaliteit door Verzadiging, Tint, Scherpte de schuifregelaars bij te stellen voor elke parameter. 3. Belichtingsinstellingen Diafragmamodus Er zijn twee instellingen, Automatisch en Handmatig.
Pagina 31
Parameter Beschrijving Inschakelen: de IR-lampjes staan ON wanneer de camera naar de nachtmodus omschakelt. Uitschakelen: de IR-lampjes staan OFF wanneer de camera naar de nachtmodus omschakelt. Opmerking: De IR-lampjes staan altijd OFF in dagmodus. 6. Tegenlichtinstellingen BLC-gebied Als u scherpstelt op een object met sterk tegenlicht, zal het object te donker zijn om dit goed te kunnen zien.
Parameter Beschrijving Ontwasemingsmodus U kunt de ontwasemingsfunctie gebruiken in nevelachtige omgevingen waarbij het beeld donker is. Het verbetert de subtiele details, zodat het beeld duidelijker lijkt. Electronic Image Stabilizer, oftewel elektrische beeldstabilisatie, vermindert de effecten van cameratrillingen voor het beeld. Grijswaarde U kunt de grijswaarde selecteren in het bereik van 0 t/m 255 of van 16 t/m 235.
Pagina 33
2. Vink het selectievakje Display Name (Naam weergeven) aan om de cameranaam op het scherm weer te geven. U kunt de standaardnaam wijzigen in het tekstvakje Camera Name (Cameranaam). 3. Schakel het selectievakje Display Date (Datum weergeven) in om de datum/tijd op het scherm weer te geven.
Tekst op beeld U kunt maximaal vier regels tekst op het scherm toevoegen. Deze optie kan bijvoorbeeld worden gebruikt om in geval van nood contactgegevens weer te geven. Een tekstregel kan overal op het scherm worden geplaatst. Zie Afbeelding 7 hieronder. Afbeelding 7: Menu tekst op beeld Ga als volgt te werk om tekst op het scherm toe te voegen: 1.
Afbeelding 8: Beeldinstellingen voor de camera menu – Het scherm privacymaskers U kunt als volgt een privacymaskergebied toevoegen: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuration (Configuratie) > Image (Afbeelding) > Privacy Mask (Privacymasker). 2. Schakel het vakje Enable Privacy Mask (Privacymasker inschakelen) in.
Afbeelding 9: Menu camerabeeldinstellingen U kunt als volgt een afbeelding toevoegen: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuration (Configuratie) > Image (Afbeelding) > Picture Overlay (Beeld-overlay). 2. Klik op Browse (Bladeren) om een afbeelding te selecteren en Upload om het te uploaden.
Pagina 37
Afbeelding 10: Het bewegingsdetectievenster (de normale configuratiemodus wordt weergegeven) Als u een bewegingsdetectiealarm wilt definiëren, moet u de volgende taken uitvoeren: 1. Area settings (gebiedsinstellingen): Definieer het schermgebied waarbinnen een bewegingsdetectiealarm kan worden geactiveerd, alsmede het gevoeligheidsniveau. 2. Arming schedule (Schema inschakelen): Hiermee definieert u het schema wanneer het systeem beweging detecteert.
Pagina 38
bestanden lezen via de camerabrowser of via TruVision Navigator. Zie "Video-opnames afspelen" op pagina 82 voor informatie over het afspelen van opgenomen bestanden. Opnameschema” op pagina 67 voor meer informatie. 4. Linkage (Koppelingen): Hiermee specificeert u op welke manier op het alarm moet worden gereageerd.
Pagina 39
8. Kies de dag en klik op om de gedetailleerde tijdsperiode in te stellen. U kunt het schema kopiëren naar andere dagen. 9. Klik op om de wijzigingen op te slaan. 10. Geef de koppelingsmethode op voor wanneer er een gebeurtenis optreedt. Schakel een of meer reactiemethodes in voor het systeem wanneer een bewegingsdetectiealarm wordt geactiveerd.
Pagina 40
Alarmuitgang activeren Externe alarmuitgangen activeren wanneer er een gebeurtenis optreedt. Vink Alles selecteren aan of elke individuele alarmoutput. Opmerking: Deze optie wordt alleen ondersteund door camera’s die een alarmuitgang hebben. Klik op Save (Opslaan) om de wijzigingen op te slaan. U stelt bewegingsdetectie in de geavanceerde modus als volgt in: 1.
Pagina 41
5. Selecteer Area No. (Gebied-nr.) en klik op Draw Area (Teken gebied). Klik en sleep met de muis in het live-videobeeld om een gebied voor bewegingsdetectie te tekenen. Opmerking: U kunt maximaal acht gebieden voor bewegingsdetectie op hetzelfde beeld tekenen. 6.
Pagina 42
E-mail verzenden Hiermee stuurt u een e-mail naar een opgegeven adres als er een bewegingsdetectiealarm is. Opmerking: U moet de e-mailinstellingen configureren voordat u deze optie inschakelt. Zie “U stelt e-mailparameters als volgt in” op pagina 20 voor meer informatie. Indien u de momentopname van het evenement samen met de e-mail wilt versturen, vinkt u de optie Bijgevoegde momentopname aan.
Sabotagebeveiligde alarmen U kunt de camera zo configureren dat het alarm wordt geactiveerd en een alarmreactie wordt uitgevoerd wanneer het objectief wordt bedekt. Afbeelding 11: Het scherm sabotagebeveiligde alarm U kunt als volgt sabotagebeveiligde alarmen instellen: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuration (Configuratie) >...
4. Klik op Edit (Bewerken) om het activeringsschema voor een sabotagebeveiligd alarm te bewerken. De configuratie van het activeringsschema verloopt hetzelfde als die voor bewegingsdetectie. Zie “Bewegingsdetectie instellen” voor meer informatie. 5. Geef de koppelingsmethode op voor wanneer er een gebeurtenis optreedt. Schakel een of meer reactiemethodes in voor het systeem wanneer een sabotagebestendig alarm wordt geactiveerd.
Pagina 45
U kunt als volgt uitzonderingsalarmen definiëren: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuration (Configuratie) > Basic Event (Basisgebeurtenis) > Exception (Uitzondering). 2. Selecteer bij Exception Type (Uitzonderingstype) een uitzonderingstype uit de vervolgkeuzelijst. 3. Geef de koppelingsmethode op voor wanneer er een gebeurtenis optreedt. Schakel een of meer reactiemethodes in voor het systeem wanneer een sabotagebestendig alarm wordt geactiveerd.
Alarmingangen en uitgangen U kunt als volgt de externe alarmingang definiëren: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuration (Configuratie) > Basic Event (Basisgebeurtenis) > Alarm Input (Alarmingang). 2. Kies het Alarm Input No. (Alarmingang-nr.) en het Alarm Type (Alarmtype). Het alarmtype kan NO (Normaal open) of NC (Normaal gesloten) zijn.
2. Selecteer een alarmuitgangkanaal uit de vervolgkeuzelijst Alarm Output (Alarmuitgang). U kunt ook een naam instellen voor de alarmuitgang. 3. De vertragingstijd kan worden ingesteld op 5 s, 10 s, 30 s, 1 min, 2 min, 5 min of 10 min. De vertragingstijd verwijst naar de tijd dat de alarmuitgang actief blijft nadat een alarm geactiveerd wordt.
Pagina 48
2. Vink Enable Face Detection (Gezichtsdetectie inschakelen) voor het inschakelen van deze functie. 3. Vink Enable Dynamic Analysis (Dynamische analyse inschakelen) aan voor Face Detection (Gezichtsherkenning) indien u het gezicht dat wordt gedetecteerd met een groen rechthoek wilt markeren in live-weergave. Opmerking: Indien u het gedetecteerde gezicht niet wilt markeren met een groen frame, selecteert u Disable...
Detectie audio-uitzondering Detectie audio-uitzondering detecteert geluiden die zich boven een geselecteerde drempelwaarde bevinden. Afbeelding 14: Het scherm detectie audio-uitzondering U definieert als volgt de detectie audio-uitzondering: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuration (Configuratie) > Smart Event (Slimme gebeurtenis) > Audio Exception Detection (Detectie audio-uitzondering).
6. Geef de koppelingsmethode op voor wanneer er een gebeurtenis optreedt. Schakel een of meer reactiemethodes in voor het systeem wanneer een audio- uitzonderingsalarm wordt geactiveerd. Alarmmelding aan Stuur een uitzondering of alarmsignaal naar de externe ontvanger beheersoftware wanneer er een gebeurtenis optreedt. E-mail verzenden Hiermee stuurt u een e-mail naar een opgegeven adres als er een bewegingsdetectiealarm is.
Pagina 51
U definieert de detectie lijn overschrijden als volgt: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuration (Configuratie) > Smart Event (Slimme gebeurtenis) > Cross Line (Lijn overschrijden). 2. Schakel het selectievakje Enable Cross Line Detection (Detectie lijn overschrijden inschakelen) om de functie in te schakelen. 3.
8. Geef de koppelingsmethode op voor wanneer er een gebeurtenis optreedt. Schakel een of meer reactiemethodes in voor het systeem wanneer een alarm voor lijnoverschrijding wordt geactiveerd. Alarmmelding aan Stuur een uitzondering of alarmsignaal naar de externe ontvanger beheersoftware wanneer er een gebeurtenis optreedt. E-mail verzenden Hiermee stuurt u een e-mail naar een opgegeven adres als er een alarm voor lijnoverschrijding is.
Pagina 53
Afbeelding 15: Het scherm inbraakdetectie U definieert inbraakdetectie als volgt: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuration (Configuratie) > Smart Event (Slimme gebeurtenis) > Intrusion Detection (Inbraakdetectie). 2. Vink het selectievakje Enable Intrusion Detection (Inbraakdetectie inschakelen) aan om de functie in te schakelen. 3.
Percentage: Dit definieert de verhouding van het gedeelte dat het object zich in het gebied bevindt, voordat een alarm wordt geactiveerd. Wanneer u bijvoorbeeld het percentage instelt als 50%, wordt het alarm geactiveerd wanneer de helft van het object het gebied betreedt. Het bereik gaat van 1 tot 100. 5.
Pagina 55
regelmatig het niveau van vaagheid in het beeld (om rekening te houden met variaties in verlichting overdag) en vergelijkt vervolgens het huidige beeld met het referentiebeeld om te kijken of er een verschil is. Een hoog gevoeligheidsniveau betekent dat er geen groot verschil kan zijn tussen het referentie- en huidige beeld. Afbeelding 16: Het scherm defocusdetectie U definieert defocusdetectie als volgt: 1.
Detectie van scèneverandering U kunt de camera configureren om een alarm te activeren zodra de camera een verandering van scène waarneemt door het intentioneel draaien van de camera. Afbeelding 17: Het scherm detectie van scèneverandering U definieert de detectie van scèneverandering als volgt: 1.
Alarmmelding aan ontvanger Stuurt een uitzondering of alarmsignaal naar externe beheersoftware wanneer een gebeurtenis optreedt. E-mail verzenden Hiermee stuurt u een e-mail naar een opgegeven adres als er een alarm voor detectie van scèneverandering is. Opmerking: U moet de e-mailinstellingen configureren voordat u deze optie inschakelt.
Pagina 58
Afbeelding 18: Venster voor het detecteren van betreden van gebied Om de detectie van het betreden van gebied te definiëren: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuration (Configuratie) > Smart Event (Slimme Gebeurtenis) > Region Entrance Detection (Detectie van gebiedsbetreding). 2.
E-mail verzenden Hiermee stuurt u een e-mail naar een opgegeven adres als er een bewegingsdetectiealarm is. Opmerking: U moet de e-mailinstellingen configureren voordat u deze optie inschakelt. Raadpleeg “U stelt de e- mailparameters als volgt in” op pagina 20 voor meer informatie.
Pagina 60
Afbeelding 19: Venster voor het detecteren van verlaten van gebied Hiermee definieert u detectie van verlaten van gebied: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuration (Configuratie) > Smart Event (Slimme gebeurtenis) > Region Exiting Detection (Detectie van verlaten van gebied). 2.
E-mail verzenden Hiermee stuurt u een e-mail naar een opgegeven adres als er een bewegingsdetectiealarm is. Opmerking: U moet de e-mailinstellingen configureren voordat u deze optie inschakelt. Raadpleeg “U stelt e-mailparameters als volgt in” op pagina 20 voor meer informatie. Indien u de momentopname van het evenement samen met de e-mail wilt versturen, vinkt u de optie Attached Snapshot (Bijgevoegde momentopname) aan.
Pagina 62
Afbeelding 20: Venster voor de detectie van bagage zonder toezicht Hiermee definieert u de detectie van bagage zonder toezicht: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuration (Configuratie) > Smart Event (Slimme gebeurtenis) > Unattended Baggage Detection (Detectie van bagage zonder toezicht).
6. Geef de te gebruiken koppelingsmethode op voor wanneer er een gebeurtenis optreedt. Schakel een of meer reactiemethodes in voor het systeem wanneer een detectiealarm voor bagage zonder toezicht wordt geactiveerd. Alarmmelding aan Stuur een uitzondering of alarmsignaal naar de externe ontvanger beheersoftware wanneer er een gebeurtenis optreedt.
Pagina 64
Afbeelding 21: Detectie van objectverwijderingsvenster Hiermee definieert u detectie van objectverwijdering: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuration (Configuratie) > Smart Event (Slimme gebeurtenis) > Object Removal Detection (Detectie van objectverwijdering). 2. Selecteer het selectievakje Enable Unattended Baggage Detection (Detectie van bagage zonder toezicht inschakelen) om de functie in te schakelen.
Alarmmelding aan Stuur een uitzondering of alarmsignaal naar de externe ontvanger beheersoftware wanneer er een gebeurtenis optreedt. E-mail verzenden Hiermee stuurt u een e-mail naar een opgegeven adres als er een bewegingsdetectiealarm is. Opmerking: U moet de e-mailinstellingen configureren voordat u deze optie inschakelt.
Pagina 66
momentopnamen niet naar de FTP geüpload indien de optie Enable Timing Snapshot (Periodieke momentopnamen inschakelen) is uitgeschakeld. U moet de optie Enable Event-Triggered Snapshot (Door gebeurtenis geactiveerde momentopname inschakelen) inschakelen, indien u momentopnamen naar de FTP en NAS wilt uploaden wanneer beweging wordt waargenomen of een alarm wordt geactiveerd.
4. Selecteer de gewenste resolutie en kwaliteit van de momentopname. 5. Voer de tijdinterval tussen twee momentopnamen in. Selecteer tijdseenheid uit de vervolgkeuzelijst: milliseconden, seconden, minuten, uren of dagen. 6. Stel het schema in voor wanneer u de momentopnames wilt maken. Klik op Edit (Bewerken) en voer het gewenste schema in voor elke dag van de week.
Afbeelding 23: NAS-menu U stelt als volgt een NAS-systeem in: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuration (Configuratie) > Storage (Opslag) > NAS. 2. Voer het IP-adres van de netwerkschijf, en het bestandspad van de NAS in. 3. Klik op Save (Opslaan) om de wijzigingen op te slaan.
Afbeelding 24: Het scherm Opslag U formatteert de opslagapparaten als volgt: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuration (Configuratie) > Storage (Opslag) > Storage Management (Opslagbeheer). 2. Schakel in de rij het HDD Number (HDD-nummer) in om de opslag te selecteren. 3.
Pagina 70
Tijd voor vooropname De tijd voor vooropnamen is ingesteld om de opname te starten voor de geplande tijd of de gebeurtenis. Als een opname bijvoorbeeld om 10:00u wordt geactiveerd door een alarm en de tijd voor vooropname is ingesteld op 5 seconden, begint de opname op de camera om 9:59:55.
Pagina 71
• Continuous (Continu): Voor continu opnemen. • Motion detection (Bewegingsdetectie): De video wordt opgenomen wanneer er beweging wordt gedetecteerd. • Alarm (Alarm): De video wordt opgenomen wanneer het alarm wordt geactiveerd via de externe alarmingang. • Motion | Alarm (Beweging | Alarm): De video wordt opgenomen wanneer een extern alarm wordt geactiveerd of wanneer er beweging is gedetecteerd.
Gebruik de optie Copy (Kopiëren) om de opnameperioden naar een andere weekdag te kopiëren. 7. Klik op Save (Opslaan) om de wijzigingen op te slaan. Opmerking: Indien u het opnametype instelt op “Bewegingsdetectie” of op “Alarm”, moet u ook een activeringschema definiëren om de bewegingsdetectie of de opname bij alarm te activeren.
Pagina 73
1) Klik op Draw Line (Lijn tekenen)om een detectielijn te tekenen. Een oranje detectielijn wordt weergegeven op het beeld. Opmerking: De detectielijn moet direct onder de camera worden getekend en deze moet het gehele ingangs-/uitgangsgebied bedekken. Teken de detectielijn waar de mensen niet blijven rondhangen om de nauwkeurigheid van het tellen te verbeteren.
Camerabeheer In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de camera gebruikt zodra deze is geïnstalleerd en geconfigureerd. U heeft toegang tot de camera via een webbrowser. Gebruikersbeheer In dit gedeelte wordt beschreven hoe u gebruikers kunt beheren: U kunt het volgende doen: ...
Pagina 75
Typen gebruikers De toegangsrechten van een gebruiker tot het systeem worden automatisch bepaald aan de hand van het gebruikerstype. Er zijn drie typen gebruiker: Admin (Beheerder): Dit is de systeembeheerder. De beheerder kan alle instellingen configureren. Alleen de beheerder kan gebruikersaccounts maken en verwijderen. De beheerder kan niet worden verwijderd.
Basistoestemmingen Cameraconfiguratie Op afstand: parameterinstellingen Op afstand: live-weergave Op afstand: doorzoeken van logboeken op Op afstand: PTZ-besturing afstand/werkstatus onderzoeken Op afstand: upgrade/formatteren Op afstand: handmatig opnemen Op afstand: bidirectioneel geluid Op afstand: afspelen Op afstand: afsluiten/herstarten Op afstand: melden aan alarmhost op afstand/alarmuitgang activeren Op afstand: beheer video-uitvoer Op afstand: beheer seriële poort...
Pagina 77
Afbeelding 26: Het scherm RTSP-verificatie U kunt de RTSP-verificatie als volgt definiëren: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuration (Configuratie) > Security (Beveiliging) > RTSP Authentication (RTSP-verificatie). 2. Selecteer voor het Authentication (Verificatie)-type de optie Enable (Inschakelen) Disable (Uitschakelen) in de vervolgkeuzelijst om de RTSP-verificatie in of uit te schakelen.
Afbeelding 27: Het scherm IP-adresfilter U kunt als volgt de IP-adresfilter definiëren: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuration (Configuratie) > Security (Beveiliging) > IP Address Filter (IP-adresfilter). 2. Schakel het selectievakje voor Enable IP Address Filter (IP-adresfilter inschakelen) in. 3.
Afbeelding 28: Het scherm beveiligingsservice De illegale loginvergrendeling inschakelen: 1. Klik op Configuration (Configuratie) > Security (Beveiliging) > Security Service (Beveiligingsservice). 2. Vink het selectievakje Enable Illegal Login Lock (Inschakelen illegale Loginvergrendeling) 3. Klik op Save (Opslaan) om de wijzigingen op te slaan. Opmerking: 1.
Opmerking: Indien de videostandaard is gewijzigd, zal het niet naar zijn originele instelling worden hersteld wanneer Restore (Herstel) of Default (Standaard) wordt gebruikt. U herstelt de standaardinstellingen als volgt: 1. Klik in de menuwerkbalk op Configuration (Configuratie) > Security (Beveiliging) > Maintenance (Onderhoud).
Pagina 81
2. Wanneer het firmwarebestand is gedownload, pakt u het bestand uit naar de gewenste bestemming. Opmerking: Sla het bestand niet op naar uw bureaublad. 3. Klik in de menuwerkbalk op Configuration (Configuratie) > Security (Beveiliging) > Maintenance (Onderhoud). Selecteer de optie Firmware Firmware Directory (Firmwaremap).
4. Wanneer het upgraden is voltooid, wordt de bijgewerkte versie-informatie op de apparaten weergegeven. Camera opnieuw opstarten De camera kan gemakkelijk opnieuw worden opgestart op afstand. Ga als volgt te werk om de camera via de webbrowser opnieuw op te starten: 1.
Camerabediening In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de camera moet gebruiken nadat deze geïnstalleerd en geconfigureerd is. Aanmelden en afmelden U kunt u eenvoudig afmelden bij het camerabrowservenster door op de knop Logout (Afmelden) op de menubalk te drukken. Telkens wanneer u zich aanmeldt, wordt u gevraagd uw gebruikersnaam en wachtwoord in te voeren.
Een momentopname maken: In de live-weergave kunt u een momentopname van een scène maken. Klik gewoon op de knop Capture (Vastleggen) onderaan het scherm om een beeld op te slaan. De afbeelding krijgt de JPEG-indeling. De momentopnames worden op de harde schijf opgeslagen. Video-opnames afspelen U kunt video-opnames gemakkelijk doorzoeken en afspelen in de afspeel-interface.
Pagina 85
Afbeelding 30: Het scherm Afspelen Naam Beschrijving Afspelen Klik hierop om het venster Afspelen te openen. Kalender doorzoeken Klik op de gewenste dag om te zoeken. Zoeken Start zoeken. Afspeeltijd instellen Voer de tijd in en klik op om het afspeelpunt te zoeken. Downloadfuncties Videobestanden downloaden.
Pagina 86
Naam Beschrijving Tijdmoment De verticale balk geeft aan waar u zich bevindt in de opname die wordt afgespeeld. U ziet ook de huidige datum en tijd. Tijdlijnbalk De tijdlijnbalk geeft de 24-uursperiode van de dag weer die wordt afgespeeld. De balk gaat van links (oudst) naar rechts (nieuwst).
U archiveert als volgt opgenomen momentopnamen: 1. Klik op om het zoekvenster voor momentopnamen te openen. 2. Selecteer het type momentopname en de start- en eindtijd. 3. Klik op Search (Zoeken) om te zoeken naar momentopnamen. 4. Selecteer de gewenste momentopnames, en klik op Download om ze te downloaden.
Pagina 88
Afbeelding 31: Het venster Logboek 1. Hoofdtype 4. Zoeken starten. 5. Logboeken voor zoeken opslaan 2. Subtype 3. Begintijd en Eindtijd voor zoeken U kunt opgenomen logboekingangen zoeken aan de hand van de volgende criteria: Hoofdtype: Er zijn drie typen logboeken: All Types (Alle typen), Alarm (Alarm), Exception (Uitzondering) en Operation (Bediening).
Hoofdtype Subtypen logboek Beschrijven van opgenomen gebeurtenissen logboek Bediening Inschakelen, abnormale uitschakeling, opnieuw opstarten op afstand, inloggen op afstand, uitloggen op afstand, parameters configureren op afstand, opname starten op afstand, opname stoppen op afstand, PTZ-besturing op afstand, HDD initialiseren op afstand, afspelen op bestand op afstand, afspelen op tijd op afstand, configuratiebestand exporteren op afstand, configuratiebestand importeren op afstand, parameters verkrijgen op afstand, werkstatus verkrijgen op afstand, transparant kanaal opzetten, verbinding transparant kanaal...
Pagina 90
Beschrijving Zoom-, scherpstelling en diafragma: Stel de zoom-, diafragma- en scherpstellingswaarden in. PTZ-beweging: Past de snelheid van de PTZ-beweging aan. Schakelt de verlichting aan of uit. Deze functie wordt ondersteunt door camera’s met een RS-485-poort. Schakelt de cameraveger aan of uit. Deze functie wordt ondersteunt door camera’s met een RS-485-poort.
Pagina 91
2. Gebruik de PTZ-richtingstoetsen om de camera naar de gewenste positie te bewegen. 3. Klik op om de instelling van de huidige preset te voltooien. 4. U kunt klikken op om de preset te verwijderen. U roept als volgt een preset op: 1.
Pagina 92
U roept als volgt een preset-traject op: Selecteer in het PTZ-bedieningspaneel een gedefinieerd preset-traject in de vervolgkeuzelijst en klik op om het preset-traject op te roepen. Configuratiehandleiding TruVision 4 Series IP-camera...
Pagina 93
Index Aanmelden en afmelden, 81 Afspelen E-mail scherm, 82 koppeling naar bewegingsdetectie, 37 Alarm voor harde schijf vol, 42 koppeling naar inbraakdetectiealarm, 57, 59, Alarm voor harde schijffout, 42 61, 63 Alarm voor illegale login, 42 link naar alarm voor cameradefocus, 53 Alarm voor IP-adresconflict, 42 link naar alarm voor camerasabotage, 42 Alarm voor netwerkverbinding verbroken, 42...
Pagina 94
handmatig opnemen, 81 momentopnamen, 82 Sabotagebeveiligde alarmen starten/stoppen, 81 instellen, 41 Logboeken SDHC-kaart logboeken bekijken, 85 capaciteit, 66 logboeken doorzoeken, 85 formatteren, 66 type informatie, 86 Standaardinstellingen herstellen, 77 Streamen Momentopnamen instellen van main/sub, 9, 10 archiveren van momentopnamen uit Systeemtijd opgenomen bestanden, 84 instellen, 12...