2
3. Installatie
Koppel altijd de voeding los voordat u enige elektrische aansluitingen maakt.
De ROP-111 handbrandmelder is ontworpen voor installatie buitenshuis en binnenshuis op
plaatsen waar condensatie van waterdamp kan optreden. Bepaal de plaats van installatie
zodat de handbrandmelder zichtbaar en gemakkelijk toegankelijk is.
1. Boor de gaten voor schroeven in de behuizing (afb. 2) of bevestig de beugels aan de
behuizing (afb. 3).
2. Boor de gaten voor draden in de behuizing. De markeringen voor de gaten bevinden zich
aan de onderkant (afb. 4) en aan de zijkanten (afb. 5) van de behuizing. Als de gaten in
de montagedoos zijn geboord, gebruik dan kabelwartels (aanbevolen kabelwartel: PG-9).
3. Plaats de behuizing tegen de muur en teken de locaties af van de montage gaten.
4. Boor gaten in de muur voor de pluggen.
5. Voer de kabels in de behuizing.
6. Schroef de achterkant van de behuizing vast op de muur. Gebruik altijd de juiste pluggen
voor de juiste ondergrond (voor beton of bakstenen muren is anders dan voor
gipswanden, etc.).
7. Verwijder de deksel van de handbrandmelder (afb. 6).
8. Sluit de draden van het zonecircuit aan op de handbrandmelder (afb. 7). Als de
handbrandmelder aan het einde van de lijn is aangesloten op het zone circuit, schroef
dan een weerstand van 5,6 kOhm onder de klemmen. Sluit de kabelafschermingen aan
op de aansluitingen E.
9. Bevestig de behuizing met gebruik van schroeven op de handbrandmelder (afb. 8-9).
10. Breng het venster aan (afb. 10-11).
11. Plaats de deksel terug (afb. 12-13).
ROP-111
SATEL