Inbedrijfname
3.
Spoel de sensor met gedestilleerd water. Droog de sensor niet!
4.
Dompel de sensor onder in de tweede bufferoplossing (bijv. pH 4).
5.
Voer de kalibratie via de transmitter of de SmartBlue-app uit:
(a) Voer de pH-waarde van de tweede bufferoplossing in.
(b) Start de kalibratie.
(d) De waarde wordt geaccepteerd nadat deze is gestabiliseerd.
6.
Spoel de sensor met gedestilleerd water.
Gebruik van automatische temperatuurcompensatie (ATC) wordt geadviseerd voor
kalibratie en meting.
De transmitter of de SmartBlue-app berekent het nulpunt en de helling en toont de waarden.
De sensor is ingesteld wanneer de waarden worden geaccepteerd.
14
pH-sensor CPL51E
Endress+Hauser