Let op:
De weersprognosepijltjes blijven op het LCD-scherm ongeacht het huidige weer. Indien het bijvoorbeeld
momenteel regent en de pijl wijst naar beneden, betekent dit dat het weer slecht blijft. Echter, als het weer
zonnig is en de prognosepijl wijst naar boven, houdt dit in dat het weer verwacht wordt goed te blijven.
UITSLAG BUITENTEMPERATUUR:
De buitentemperatuur staat op de onderste regel van het LCD-scherm onder de weerplaatjes. Het Weerstation
gaat automatisch zoeken naar de buitentemperatuur via de 433 MHz frekwentie zodra de batterijen zijn
ingebracht.
Let op:
Indien de buitentemperatuur binnen één minuut na het inbrengen van de batterijen in het Weerstation nog niet
ontvangen is, zie dan 433 MHz ontvangst hieronder.
433 MHZ ONTVANGST:
In normale omstandigheden (bijvoorbeeld uit de buurt van storingsbronnen zoals
TV-toestellen), wordt de buitentemperatuur gewoonlijk binnen één minuut ontvangen.
De zender aktualiseert de buitentemperatuur elke 10 seconden na het inbrengen van de batterijen, en het
Weerstation registreert de buitentemperatuur van de zender 2 keer per 10 minuut.
Indien de buitentemperatuur niet binnen één minuut op het LCD-scherm kan worden afgelezen, controleer dan
het volgende:
1.
De toestellen dienen tenminste 1.5-2.0 meter verwijderd te zijn van storingsbronnen zoals
computermonitoren of TV-toestellen.
2.
Vermijd het apparaat in de onmiddelijke nabijheid van metalen deurlijsten of raamkozijnen en metalen
constructies te zetten.
3.
Het gebruik van andere electrische producten zoals een hoofdtelefoon en luidsprekerboxen die op
hetzelfde frekwentie-signaal werken (433 MHz) kunnen de goede ontvangst belemmeren.
4.
Naburige bewoners die eveneens electrische apparatuur gebruiken die op het 433Mhz signaal werkt,
kunnen ook interferentie veroorzaken. In uiterste gevallen is ontvangst pas mogelijk wanneer alle andere
electrische producten die gebruik maken van de 433 MHz uitgeschakeld zijn.
5.
In ruimten met dikke betonnen muren zoals kelders en torenflats kan het 433 MHz signaal verzwakt
worden. In zulke omgevingen dient het Weerstation dichter bij het raam te worden geplaatst en met de
voor- of achterkant in de richting van de zender (vermijd de nabijheid van metalen kozijnen of gebouwen).
6.
Het zendbereik kan beïnvloed worden als de zender wordt blootgesteld aan extreme temperaturen. Als
het bijvoorbeeld lange tijd extreem koud is geweest (b.v. lager dan -25°C) kan het temperatuursignaal
verzwakt worden. Houd hier rekening mee bij het positioneren van de zender (zie Onderhoud hieronder).
Let op:
Indien na het controleren van bovengenoemde punten de buitentemperatuur nog steeds niet ontvangen worden,
herstart de toestellen dan (zie Herstarten hieronder).