Nederlands
De geprogrammeerde installatieplaats kan worden verkregen vanuit het informatie-
menu (of de informatielus).
De flowsensor moet zo worden geïnstalleerd dat de stroomrichting overeenkomt met
de richting van de pijl op de sensor.
Stabiliserende secties zijn niet nodig stroomopwaarts en stroomafwaarts van de
flowsensor, wel wordt aanbevolen een gestrekte lengte te voorzien van 3 tot 10DN
voor de meter.
De meter kan worden gemonteerd in zowel horizontale als verticale leidingen, maar nooit op
een manier dat er luchtbellen in de meter kunnen achter blijven.
De flowsensor moet altijd gevuld zijn met vloeistof. IJzel op de meter dient te worden
vermeden.
We adviseren om de flowsensor in een gekantelde positie op 45° te plaatsen.
Om cavitatie te voorkomen, dient de minimale systeemdruk 1 bar te zijn.
Ervoor zorgen dat de meter wordt geïnstalleerd op voldoende afstand van mogelijke
bronnen met elektromagnetische interferentie (schakelaars, elektrische motoren, TL-
lampen, enz.).
T: 5 ... 90°C T > T
water
omgeving
Het
rekenwerk
vloeistoftemperatuur van 90°C of in aanwezigheid van T
als koudemeter of als warmtemeter met tarief voor koude) en gemonteerd op
voldoende afstand van warmtebronnen. Een wandbeugel (meegeleverd) of een
afneembare montagebeugel (optioneel) is beschikbaar voor
Afneembare montagebeugel
01/2016
dient
te
worden
gescheiden
T: 5 ... 130 / 150°C T > T
water
omgeving
van
de
meter
< T
water
dit doel.
Wandbeugel
vanaf
een
(gebruikt
omgeving
SHARKY 775 | 5