behuizing en de montagegaten. Als u het gat te groot zaagt, kan
het toestel mogelijk niet stabiel worden bevestigd.
Als u metaal gereedschap gebruikt zoals een schroevendraaier,
kunt u de trimkapjes of het toestel beschadigen. Gebruik indien
mogelijk plastic gereedschap.
De sjabloon voor verzonken montage en het
bevestigingsmateriaal kunnen worden gebruikt om het toestel te
monteren in uw dashboard.
1
Snijd de montagesjabloon uit en controleer of deze past op
de locatie waar u het toestel wilt monteren.
2
Bevestig de sjabloon op de gekozen montageplaats.
3
Maak met een boor van 9,5 mm (
in de hoeken van de ononderbroken lijn op de sjabloon om
het montageoppervlak voor te bereiden voor zagen.
4
Zaag met een decoupeerzaag of slijptol het
montageoppervlak uit langs de binnenkant van de
ononderbroken lijn op de sjabloon.
5
Plaats het toestel in de opening om te testen of dit past.
6
Gebruik indien nodig een vijl en schuurpapier om het gat heel
precies op maat te krijgen.
7
OPMERKING: Niet alle toestellen beschikken over
trimkapjes.
Wrik voorzichtig de hoeken van de trimkapjes
stukje plastic of een schroevendraaier en schuif het
gereedschap naar het midden
verwijderen.
8
Zorg ervoor dat de montagegaten op het toestel zijn uitgelijnd
met de boorgaten op de sjabloon.
9
Als de montagegaten op het toestel niet zijn uitgelijnd,
markeert u de nieuwe locaties van de boorgaten.
10
Gebruik een boor van 3,2 mm (
boren.
11
Verwijder de sjabloon van het montageoppervlak.
12
Als u geen toegang hebt tot de achterzijde van het toestel
nadat u dit hebt gemonteerd, verbindt u alle benodigde
kabels met het toestel voordat u dit in de opening plaatst.
OPMERKING: Bedek ongebruikte aansluitingen met de
weerkapjes om te voorkomen dat de metalen contactpunten
roesten.
13
Installeer de rubberen pakkingstukken aan de achterzijde van
het toestel.
De delen van de rubberen pakking hebben een zelfklevende
strip aan de achterzijde. Verwijder de beschermfolie voordat
u deze delen bevestigt aan het toestel.
2
3
/
inch) een of meer gaten
8
met een plat
om de trimkapjes te
1
/
inch) om de gaatjes te
8
14
Plaats het toestel in de houder.
15
Zet elke kabel goed vast aan een poort op de houder.
16
Plaats de vergrendelingsbeugel over de kabels.
17
Plaats het toestel in de opening.
18
Bevestig het toestel aan het montageoppervlak met de
meegeleverde schroeven.
19
Bevestig de trimkapjes door deze op hun plaats te klikken
rondom het toestel.
Draadboom
• De draadboom verbindt het toestel met de voeding en
NMEA
®
0183 toestellen.
• Het toestel heeft een interne NMEA 0183 poort die wordt
gebruikt om NMEA 0183 compatibele toestellen aan te
sluiten.
• Gebruik draden met een doorsnede van .82 mm
of groter als de voedings- of aardedraden moeten worden
verlengd.
• Als u de NMEA 0183 draden of alarmdraden moet verlengen,
moet u daarvoor draden met een doorsnede van 0,33 mm
(22 AWG) gebruiken.
Onderdeel
Draadfunctie
NMEA 0183 interne poort Rx (in)
NMEA 0183 interne poort Tx (uit)
Aarding (voeding en NMEA 0183)
Voeding
De kabelgeleider verbinden met voeding
1
Leid de kabelgeleider naar de voedingsbron en naar het
toestel.
2
Sluit de rode draad aan op de positieve pool van de accu (+)
en de zwarte draad op de negatieve pool van de accu (-).
NMEA 0183 verbinding - overwegingen
• Raadpleeg de installatie-instructies die bij uw NMEA 0183
compatibele toestel zijn geleverd voor informatie over hoe u
de polen A (+) en B (-) van de zendende (Tx) en
ontvangende (Rx) draden kunt herkennen.
Aansluitschema voor de NMEA 0183
2
(18 AWG)
Draadkleur
Bruin
Blauw
Zwart
Rood
-
+
echoMAP 70/90 serie installatie-instructies
2