i
15. Reiniging en onderhoud
Door weersinvloeden kan de werking van de Geconnecteerde zonne-/
windsensor verstoord worden:
Zo kan bijvoorbeeld stof of vogelpoep op de bovenkant
van de behuizing de werking van de zonnecel verzwakken
en de lichtsensor afdekken.
Een vuil schoepenwiel zal niet meer soepel draaien en kan leiden tot
onjuiste meetresultaten.
Voor een betrouwbare werking van de Geconnecteerde zonne-/
windsensor is het belangrijk dat deze zo schoon mogelijk blijft en dat
het schoepenwiel gemakkelijk kan worden gedraaid:
Reinig de Geconnecteerde zonne-/windsensor regelmatig met een
zachte zeepoplossing.
Controleer het schoepenwiel regelmatig op een soepele loop.
Voer regelmatig een functietest voor de zonne- en windfunctie uit,
zie pagina 23 / 25.
NL
37