4.
Druk opnieuw op de SET-knop om te verspringen naar scherm met weekdag
en datum (knipperend).
5.
Gebruik de IN-knop om de dag van de week in te stellen.
6.
Druk nogmaals op de SET-knop om alle standen te bevestigen of raak
gedurende 30 seconden geen van de knoppen meer aan. Nu wordt terug
gekeerd naar normale stand.
INSTELLEN ALARM
1.
Houd de AL 1-knop gedurende 30 seconden ingedrukt totdat de alarmtijd
gaat knipperen.
2.
Gebruik de IN-knop om het uur in te stellen en de OUT-knop om de minuten
te regelen. Herhaaldelijk op deze knoppen drukken doet de uren met 1 en de
minuten met 5 verspringen.
3.
Druk nogmaals op de AL 1-knop om te bevestigen en terug te keren in de
normale stand, of raak gedurende 30 seconden geen van de knoppen meer
aan. Nu wordt terug gekeerd naar normale stand.
4.
Druk éénmaal op de AL 1-knop om alarm 1 te aktiveren. Nu verschijnt het
alarm ((1)) symbool om aan te duiden dat Alarm 1 AAN staat.
5.
Druk opnieuw op de AL 1-knop om het alarm uit te zetten.
6.
De stappen voor instellen, aktiveren en uitzetten van Alarm 2 zijn hetzelfde,
kies i.p.v. AL-1-knop AL 2-knop.
INSTELLEN SLUIMERALARM EN ALARM UITZETTEN
1.
Druk als het alarm afgaat op één van de vier knoppen: SET, IN, OUT of SNZ
om de sluimer-functie te aktiveren. Het alarm stopt en zal weer afgaan na een
tussenperiode van 5 minuten.
2.
Druk op één van de volgende vier knoppen om het alarm helemaal uit te
zetten: AL1, AL2, DATE of CH.)
LCD 3 WEERSVOORSPELLING EN PROGNOSEPIJLTJES
De Weerplaatjes:
Op de tweede regel van het LCD-scherm staan 3 weerplaatjes die in de volgende
combinaties kunnen verschijnen:
Zonnig
Bewolkt met zonnige perioden
Voor elke plotselinge of definitieve verandering van luchtdruk wijzigen de
weersymbooltjes om de weersverandering aan te geven. Indien de symbooltjes niet
veranderen betekent dit dus dat het weer niet veranderd is, of dat de
weersverandering te langzaam was om door het Weerstation te worden
geregistreerd. Maar als het vertoonde symbooltje een zonnetje of regenwolkje is,
dan zal het symbooltje niet veranderen als het weer resp. beter wordt (bij zon-
symbooltje) of slechter (bij regen-symbooltje); de symbooltjes staan dan immers al
in de uiterste stand.
De weerplaatjes geven een voorspelling van het weer in begrippen van goed of
slecht, dus niet noodzakelijkerwijs als zonnig of regenachtig, waar de weerplaatjes
letterlijk voor staan. Als het bijvoorbeeld momenteel bewolkt is en het
regensymbooltje wordt vertoond, betekent dit dus niet dat het apparaat defect is
omdat het niet regent; het houdt in dat de luchtdruk gedaald is en het weer
verwacht wordt slechter te worden; het hoeft niet te gaan regenen.
Opmerking:
Na het opstarten dienen de weersvoorspellingen van de eerstvolgende 12-24 uur te
worden geannuleerd. Hierdoor krijgt het Weerstation meer tijd om op constante
hoogte gegevens over de luchtdruk te verzamelen, zodat de uitslagen accurater
zullen zijn.
Zoals bij weersvoorspellingen is absolute nauwkeurigheid niet gegarandeerd. Het
Weerstation heeft een geschatte nauwkeurigheid van 75%, vanwege de
uiteenlopende gebieden waarvoor het ontworpen is. In gebieden met plotselinge
weersveranderingen (bijvoorbeeld van zonnig naar regen) zal het Weerstation
nauwkeuriger zijn dan in een gebied waarin het weer stabieler is (bijvoorbeeld
hoofdzakelijk zonnig).
Als het Weerstation verhuisd wordt naar een andere locatie die beduidend hoger of
lager is dan de orspronkelijke positie (bijvoorbeeld van de begane grond naar de
eerste verdieping van een huis) verwijder de batterijen dan en breng deze na
ongeveer 30 seconden weer in. Hierdoor zal het Weerstation de veranderde hoogte
van de nieuwe locatie niet verkeerd interpreteren als een verandering in luchtdruk.
Annuleer opnieuw de weersvoorspelling van de eerste 12 tot 24 uur om het toestel
eerst de kans te geven op constante hoogte te werken.
DE PROGNOSEPIJLTJES
De weerplaatjes werken samen met de prognosepijltjes (links en rechts van de
weersymbooltjes).
Wanneer de pijl naar boven wijst betekent dit dat de luchtdruk naar boven gaat en
dat het weer verwacht wordt beter te worden; maar wanneer de pijl naar beneden
wijst is de luchtdruk aan het afnemen en wordt het weer verwacht slechter te
Regenachtig
worden.
Het toestel geeft ook aan in welke mate het weer veranderd is en verwacht wordt
verder te veranderen. Als bijvoorbeeld de pijl naar boven wijst en het symbooltje