4.4 Onderhoud en reiniging
De levensduur van uw product wordt verlengd
en regelmatig voorkomende problemen worden
verminderd als deze regelmatig wordt gereinigd.
4.4.1 Schoonmaken van de wasmiddellade
Til voor verwijdering het achtergedeelte van de
sifon op, zoals afgebeeld.
Als zich meer dan een normale hoeveelheid water
en wasverzachtermengsel in het wasverzachtervak
verzamelt, moet de sifon worden gereinigd.
1 Druk op het gemarkeerde punt van de sifon
in het wasverzachtervak en trek naar u toe
tot de lade verwijderd is uit de machine.
2. Was de wasmiddellade en de sifon met
voldoende lauwwarm water in een wasbak.
Om te voorkomen dat resten in contact
komen met uw huid, reinigt u het met een
geschikte borstel en draagt u handschoenen.
3 Schuif de lade terug op zijn plaats na reiniging
en verzeker u ervan dat deze juist geplaatst is.
4.4.2 Het reinigen van de
laaddeur en de trommel
Zie voor producten met
trommelreinigingsprogramma 'Bediening van
het product - programma's'.
C
INFORMATIE
• Herhaal het trommelreiningsproces elke 2
maanden.
• Gebruik een wasmiddel/antikalkmiddel dat
geschikt is voor de wasmachines.
Zorg na elke wasbeurt dat
er geen vreemde stof in de
trommel achterblijft.
Als de gaten in het manchet zoals getoond in
de afbeelding verstopt zijn kunt u deze openen
met een tandenstoker.
23 / NL
Reinig het wasmiddelbakje
regelmatig (om de 4-5
wascycli) zoals hieronder
wordt aangegeven,
om de ophoping van
poederwasmiddel op langere
termijn te voorkomen.
C
INFORMATIE
• Vreemde metalen stoffen veroorzaken
roestvlekken in de trommel. Reinig de
vlekken op het trommeloppervlak met
reinigingsmiddelen voor roestvrij staal.
A
WAARSCHUWING!
• Gebruik nooit staalwol. Deze beschadigen
de gelakte, verchroomde en plastic
oppervlakken.
4.4.3 Het reinigen van de kast
en het bedieningspaneel
Neem de kast van de machine af met water en
zeep of indien nodig met een niet-schurende milde
reinigingsgel, en droog met een zachte doek.
Gebruik enkel een zachte en vochtige doek om
het bedieningspaneel te reinigen.
4.4.4 Reinig de watertoevoerfilters
Er bevindt zich een filter aan het uiteinde van
elke watertoevoerklep aan de achterkant van
de machine en ook aan het uiteinde van elke
watertoevoerslang waar deze aangesloten
zijn op de kraan. Die filters voorkomen dat
vreemde substanties en vuil in het water in de
wasmachine terecht komen. De filters moeten
worden gereinigd omdat ze vuil worden.
1. Sluit de kranen.
2. Verwijder de moeren van de watertoevoerslangen
om bij de filters op de watertoevoerkleppen te
komen. Reinig ze met een geschikte borstel. Als
de filters te vies zijn, neem ze dan van hun plek
met een tang en reinig ze op deze manier.
3. Verwijder de filters op de platte uiteinden van
de watertoevoerslangen met de pakkingen
en reinig ze zorgvuldig onder stromend
water.
4. Vervang de afdichtingen en filters zorgvuldig
en draai hun moeren met de hand vast.
Wasmachine / Gebruiker Handleiding