8.4
SYSTEEMDRUK CONTROLEREN
De systeemdruk dient elke 3 tot 6 maanden gecontroleerd te worden. Wanneer
nodig dient het cv-systeem bijgevuld te worden om de cv-druk op peil te houden.
De cv-druk zal als gevolg van het automatisch ontluchten van de aanwezige
luchtbellen afnemen. De eerste dagen na plaatsing moet de druk dagelijks worden
gecontroleerd.
Het controleren van de systeemdruk gaat als volgt:
1. Zet de werkschakelaar uit om het toestel spanningsloos te maken.
Waarschuwing!
Kans op elektrische schok:
• Maak de RX50L altijd spanningsloos voordat je het apparaat
6
installeert, openmaakt of onderhoud uitvoert. Beveilig het apparaat
tegen onbedoeld opnieuw inschakelen.
• Zorg ervoor dat de RX50L spanningsloos blijft gedurende de
installatie, totdat expliciet genoemd wordt dat er spanning op het
apparaat mag.
2. Verwijder het frontpaneel aan de voorzijde van de RX50L (zie figuur 21).
3. Controleer de druk op de manometer (figuur 5, nr. 32).
− De zwarte indicator moet 1,2 - 1,8 bar weergeven.
4. Open rustig de vulkraan (deze is niet aanwezig in de RX50L, maar zal ergens
anders al in het cv-circuit geplaatst moeten zijn) om de systeemdruk te verhogen.
5. Sluit de vulkraan als de manometer de juiste waarde aangeeft.
6. Plaats het frontpaneel terug met de onderzijde in de gleuven en druk deze op zijn
plaats.
8.5
TRECHTER AFVOERWATER SCHOONMAKEN
De kunststof afvoertrechter bevindt zich onderin de unit aan de voorzijde
(figuur 5, nr.8).
1. Zet de werkschakelaar uit om het toestel spanningsloos te maken.
82