•
TABEL BRANDSTOFMENGING
BENZINE
40:1
1 US gallon
3.2 oz.
95ml (cm
3
)
5 Liters
4.3 oz.
125ml (cm )
3
1 Imp. gallon
4.3 oz.
125ml (cm
3
)
Mengver-
40 delen benzine op 1 deel
houding
smeermiddel
•
AANBEVOLEN BRANDSTOFFEN
Sommige veelvoorkomende benzines hebben toegevoegde
zuurstofverbindingen zoals alcohol of ether om te voldoen
aan de eisen oor luchtvervuiling. Uw motor is ontworpen
om goed te werken met een willekeurige benzine die
geschikt is voor gebruik in een auto, ook met toegevoegde
zuurstofverbindingen.
STARTEN/STOPPEN INSTRUCTIES
•
EEN KOUDE MOTOR STARTEN
Nota: Dit product werd ontwikkeld voor het starten met
koude motor.
1.
Druk 4 tot 10 x MAX. op de brandstofpomp (D).
(Fig. 10)
2.
Dit apparaat is uitgerust met een 3-standen choke
"full choke" - "half choke" and "run" - Plaats de
hendel in de "full choke" stand (fig 9).
OPMERKING: Het gemakkelijke startmiddel zorgt ervoor
dat aanzienlijk minder trekkracht nodig is. Trek langzaam
aan het starttouw tot het volledig uitgetrokken is. Het
startmiddel zorgt ervoor dat de motor met weinig
weerstand gestart wordt.
3.
knijp de gashendel in en draai de gasregelaar
kloksgewijs tot het uiterste gasregelaar positie:
(1) neutraal
(2) volledig open (fig 11)
4.
Plaats het apparaat op de grond, neem de bovenste
hendel stevig vast en plaats uw voet op onderkant
van het frame (fig 12).
Trek zachtjes aan de starterskoord totdat de motor
wil aanslaan. Trek echter niet meer dan 6 maal.
5.
Zet choke in "half choke" stand fig 13.
Trek zachtjes aan starterskoord totdat motor aanslaat.
6.
D
Fig. 9
Fig. 10
Gasregelaar
Start positie
Gashendel
(1)
(2)
Fig. 11
Fig. 12
Fig. 13
Fig. 14
7.
Laat motor ca 10 seconde draaien en plaats choke
dan in "run" positie Knijp gashendel in.(Fig.14)
Knijp gashendel.
8.
OPMERKING: Trek het starttouw altijd recht naar buiten.
Door onder een hoek te trekken komt het touw tegen de
opening. Deze wrijving zal het touw sneller doen rafelen
en verslijten. Blijf het handvat vasthouden terwijl het touw
wordt teruggetrokken. Laat het touw nooit terugschieten.
Hierdoor kunt u touw en starter beschadigen.
•
STARTEN BIJ WARME MOTOR
1.
Plaats choke in "half choke" stand fig 13.
2.
Trek zachtjes aan starterskoord totdat motor aanslaat.
3.
Laat motor ca 10 seconde draaien en plaats choke
dan in "run" positie Knijp gashendel in.(Fig.14)
NOTA: Indien motor niet meteen aanslaat probeert u nog
max. 5 maal het starttouw. Als motor nog niet aanslaat is
motor waarschijnlijk verzopen. Plaats dan de choke in
"run" stand en trak langzaam aan starterskoord zodat
overtollige brandstof kan wegvloeien.
Indien de motor na herhaaldelijke pogingen nog niet aans-
laat gelieve het troubleshooting hoofdstuk te raadplegen.
•
BELANGRIJKE INFORMATIE OVER
STATIONAIR DRAAIEN
Het is mogelijk dat het stationaire toerental van de
bladblazer in bepaalde gevallen en met het oog op de
werkomstandigheden (hoogte, temperatuur, enz.) moet
worden aangepast.
Van zodra de motor warm is en het apparaat na twee
startpogingen niet stationair draait, stel het stationaire
toerental dan op volgende manier bij.
1.
Lokaliseer de stelschroef (G) van het stationaire
toerental op de carburator (fig. 15).
2.
Gebruik een Phillips of een kruiskopschroevendraaier
om de schroef 1/4 tot 1/2 slag in wijzerzin (naar
rechts) te geven. De motor zou dan perfect moeten
lopen.
G
Fig. 16
Fig. 15
21
NL
•
MOTOR UITZETTEN
Stopprocedure in geval van nood. Om de motor
onmiddellijk stil te leggen drukt u op de UIT-STOP-
schakelaar (A) totdat de motor volledig is gestopt.(Fig.16)
Normale stopprocedure. Om de motor op de normale
manier stil te leggen, dient u de gashendel los te laten en
de motor terug op stationaire snelheid te laten draaien.
Druk dan op de UIT-STOP-schakelaar (A) totdat de motor
volledig is gestopt is. (Fig. 16)
•
GEBRUIK VAN DE BLADBLAZER
WAARSCHUWING: Draag altijd een veilig-
heidsbril met gezichtsscherm wanneer u
met de blazer aan de slag gaat om u tegen
rondvliegend afval te beschermen.
WAARSCHUWING: Voordat u met de blaz-
er aan de slag gaat, dient u de veiligheidsin-
structies in de handleiding aandachtig te lez-
en. Deze voorschriften en regels zijn specia-
al opgesteld om uw veiligheid optimaal te
garanderen.
WAARSCHUWING: Gebruik de blazer NIET
als er omstanders of dieren in de directe
omgeving zijn. Bewaar een minimumafstand
van 15 meter tussen de operator en andere
personen of dieren.
1.
Gebruik de bladblazer om de omgeving van bomen,
struiken, bloemperken en moeilijk bereikbare plaatsen
schoon te maken.
2.
Gebruik het apparaat om afval te verwijderen rond gebo-
uwen en voor andere, normale schoonmaakactiviteiten.
3.
Gebruik de blazer om de omgeving van muren, ovgende
delen, afsluitingen en schermen schoon te maken.
4.
Wij bevelen het gebruik van een gezichtsmasker aan
wanneer u de blazer in een stofrijke omgeving gebruikt.
5.
Ga aan de andere kant van het afval staan, op een
afstand waardoor u de richting van het weggeblazen
afval gemakkelijk kunt bepalen. Blaas nooit in de
richting van de omstanders.
6.
Om de snelheid van de luchtstroom te regelen kan
de benzinebladblazer worden gebruikt met elke snelheid
tussen stationair draaien en volle snelheid. De
ervaring met het apparaat zal u leren te bepalen hoe
sterk u voor een bepaalde toepassing moet blazen.
7.
Gebruik dit machine niet te vroeg 's morgens of te
laat 's avonds - denk aan uw buren !
8.
Om het geluidniveau te verminderen, vermindert u
het aantal toebehoren dat u in een keer gebruikt.
9.
Laat uw bladblazer niet op te hoge toerental draaien.
10. Controleer de uitrusting na elke werkbeurt, in het
bijzonder de geluiddemper, de luchttoevoeren en
luchtfilters.
11. Hark of veeg het puin eerst los voordat u begint te
blazen. Bevochtig indien mogelijk al te stoffige
A
oppervakken.
12. Bespaar op de waterrekening door uw blazer in,
plaats van een waterslang te gebruiken voor tal van
werken in de tuin en op het grasveld, met inbegrip
van het schoonmaken van goten, schermen, patio's,
hekwerk, portalen en tuinen.
13. Opgepast voor kinderen, dieren, open ramen of pas
gewassen auto's.
14. Gebruik het tussenstuk en het mondstuk van uw
keuze zodat u de luchtstroom ook op de grond kunt
inzetten.
15. RUIM ALTIJD OP na het gebruik van blazers of
andere apparaten! Werp het afval in de correcte
containers.
•
BEDIENINGSINSTRUCTIES
1.
Volg de instructies"EEN KOUDE MOTOR STARTEN".
2.
Loopt de motor, hang het apparaat dan op uw rug
door uw armen door de schouderbanden te steken,
alsof u een jas aantrekt (fig. 17).
3.
Gaat u op een terrein afval verwijderen, ga dan zo
staan dat u kunt bepalen in welke richting het afval
zal worden geblazen.(fig. 18)
4.
Door de pistoolgreep en de flexibiliteit van de
blazer¬buis kunt u ook op plaatsen komen die moeilijk
te bereiken zijn.
5.
De handgreep, gashendel en aan-/uitschakelaar
bevinden zich op een handvat dat vanuit vele posities
gemakkelijk te bedienen is (fig. 19).
Fig. 17
Fig. 18
B
Fig. 19
Fig. 20
ONDERHOUDSINSTRUCTIES
•
LUCHTFILTER
WAARSCHUWING: Gebruik de bladblazer
NOOIT zonder luchtfilter om te vermijden dat
er stof en vuil in het apparaat worden gezo-
gen waardoor de motor zou kunnen besch-
adigd worden. De luchtfilter moet altijd scho-
on worden gehouden. Indien de luchtfilter
beschadigd is, moet hij worden vervangen.
Schoonmaken van de luchtfilter:
1. Verwijder de dop (A) die
de filter op zijn plaats
C
houdt. Verwijder het
deksel (B) en haal de
filter (C) uit de luchtbox
(fig. 20 en fig. 21).
2. Was het filter in zeep
en water. GEBRUIK
GEEN BENZINE!
Fig. 21
3. Laat de filter drogen.
Plaats de luchtfilter en het deksel terug.
4.
OPMERKING: Vervang de luchtfilter wanneer hij
versleten of beschadigd is of niet kan worden
schoongemaakt.
22
NL
A