Luchtfilters plaatsen
Let op
Gebruik het apparaat nooit zonder geplaatst luchtfilter!
Zonder luchtfilter zal het apparaat inwendig vervuilen,
hierdoor kan de ontvochtigingscapaciteit worden
verminderd en het apparaat worden beschadigd.
Luchtafvoerslang aansluiten
1. Schroef het uiteinde van de luchtafvoerslang (5) linksom in
de luchtafvoerslangaansluiting (3) van de airconditioner.
8
Afvoerlucht afvoeren
• De afvoerlucht van het apparaat bevat de overtollige
warmte uit de te koelen ruimte. Daarom wordt het
aanbevolen de afvoerlucht af te voeren naar buiten.
• Het uiteinde van de luchtafvoerslang kan door het
geopende raam worden geleid. Zet het geopende raam evt.
met de betreffende hulpmiddelen vast, zodat het uiteinde
van de luchtafvoerslang niet kan wegglijden.
• Het uiteinde van de luchtafvoerslang kan in een gekanteld
raam worden gehangen.
Hiervoor wordt het gebruik van een raamafdichting
aanbevolen (optioneel).
• Leg de luchtafvoerslang stijgend in de
luchtstromingsrichting.
• De aangesloten slang mag geen ontstekingsbron bevatten.
Gebruik van het profiel
• Plaats de profielen in de raamspleet en pas de lengte naar
behoefte aan. Gebruik indien nodig de verlengprofielen.
• Verbind de slangadapter met het profiel.
• Sluit het raam weer, tot het profiel vastzit.
• Verbind het uiteinde van de luchtafvoerslang met de
slangadapter in het profiel.
lokale airconditioner PAC 3200 E A+
NL