Repareren
12. De solenoïdeventielen en het verdeelstuk zijn
toegankelijk door het deksel (612) te verwijderen
en de vier M3-schroeven (611) te verwijderen.
De kabelconnectors (723) kunnen worden
losgekoppeld en de solenoïdeventielen (613)
kunnen worden verwijderd met de bijbehorende
schroeven. Zie F
. 20.
IG
Als alle onderdelen zijn verwijderd, reinig alle
onderdelen die weer worden gebruikt. Reinig de
onderdelen met een geschikt oplosmiddel voor elk
onderdeel. Gooi onderdelen die niet nodig zijn voor de
montage weg.
OPMERKING: Zie Onderdelen pagina 27 voor
aanvullende informatie en onderdelennummers.
22
612
723
F
. 20
IG
611
613
3A8137C